Print Friendly, PDF & Email

De energiefactuur doet veel huishoudens pijn, zeker de lagere inkomens. Wie in april 2022 een nieuw gascontract afsloot, betaalde gemiddeld 2.679 euro voor 17.000 kWh aan gas, aldus de CREG. Geen wonder dat zowat 84% van de Vlamingen wil dat de overheid de energiefactuur verlicht door de accijns en de BTW op energie te verlagen. Dat bleek uit “De Stemming 2022”, een recent opinie­onderzoek van De Standaard en VRT.Nws. Over de manier waarop de overheid dat moet betalen, lopen de meningen uiteen: ten koste van een nog verder oplopend begrotingstekort, door elders te besparen of voor sommigen ook door belastingen te verhogen.

De politici hadden de boodschap al een tijd begrepen. Vooral de Federale regering doet inspanningen om op korte termijn een antwoord te bieden op de explosie van de energiefacturen. Op goed een half jaar tijd keurde ze drie maatregelenpakketten goed. Zo werd de doelgroep die recht heeft op het sociaal tarief voor gas en elektriciteit (beschermde klanten) zowat verdubbeld. Er is een tijdelijke verlaging van de BTW, eerst op elektriciteit en daarna ook op gas. En de regering geeft twee eenmalige premies. De eerste is er alleen voor beschermde klanten; de tweede gaat in principe naar alle huishoudens. Binnenkort vindt u daardoor 100 euro extra op uw bankrekening; Tenslotte zijn ook regels ingevoerd om misbruiken door leveranciers te verminderen.

En er komt nog meer. De federale regering werkt nog een regeling uit voor de accijnzen op energieproducten. Dit fiscale instrument moet werken als een schokdemper: de accijnzen stijgen zodra de brandstofprijzen onder een bepaald niveau dalen, en omgekeerd. De prijzen voor de consument worden zo wat stabieler.

Bijkomende – doelgroepgerichte, inventieve en out of the box – maatregelen zijn zeker nog nodig. Denk bijvoorbeeld aan een verplaatsingscheque voor wie niet op het werk geraakt zonder wagen.

Ook Vlaanderen doet aan koopkrachtondersteuning via een eenmalige vermindering van de elektriciteitsfactuur met 201,6 miljoen euro. Het energiefonds koopt daarmee groenestroomcertificaten op bij de distributienetbeheerders (DNB’s) die op hun beurt de kosten daarvan – en de BTW daarop – niet langer doorrekenen aan de netgebruikers.

Is dat genoeg? Ondanks die inspanningen zorgt de internationale energieprijs ervoor dat huishoudens in de problemen blijven zitten. De onzekerheid rond de Russische gasbevoorrading vertaalde zich in april opnieuw in prijsstijgingen voor gas en stroom. Daarom zijn bijkomende – doelgroepgerichte, inventieve en out of the box – maatregelen zeker nog nodig. Denk bijvoorbeeld aan een verplaatsingscheque voor wie niet op het werk geraakt zonder wagen. Zoals kuispersoneel dat in de vroege uurtjes op een bedrijventerrein moet geraken. Nu betalen ze zelf voor de duurdere benzine.

Dure invoer

Met al die maatregelen pakt de overheid voorlopig voornamelijk de gevolgen aan van de energiecrisis. Dat is goed, maar er is zeker ook nood aan structurele ingrepen die onze afhankelijkheid van (buitenlandse) energie doen verminderen. Die is immers niet gering. In 2020 voerde Vlaanderen 90,6% in van de benodigde primaire energiebronnen (zie Figuur 1) Het Vlaamse Gewest heeft geen gekende reserves van uranium, aardolie of aardgas, en de ontginning van steenkool werd stopgezet begin jaren 1990.

Figuur 1. Netto invoer en aandeel invoer in primair energiegebruik
Vlaams Gewest, 2005-2020, in petajoule (PJ) en in %

Aan die afhankelijkheid hangt een fors prijskaartje. Volgens de statistieken van de Nationale Bank importeerde Vlaanderen in 2021 voor 47,7 miljard euro aan minerale producten, vooral aardolie en aardgas. Dat is goed voor een zesde van de totale waarde van de invoer. Er is ook een belangrijke uitvoer van die producten: blijft over, een netto-kost die schommelt rond de 22 miljard euro.

Dit aanpakken vergt maatregelen op de langere termijn. Hoe kunnen we de dure import van primaire energie zoveel mogelijk vervangen door investeringen en werk hier?

De dure invoer van gas vertaalt zich uiteraard in een erg hoge gasfactuur. En er zijn bijkomende effecten:

  • De elektriciteitsprijs gaat mee omhoog: dat heeft te maken met de manier waarop de groothandelsmarkt voor elektriciteit georganiseerd is (merit-order-systeem). De laatste centrale die aangeschakeld wordt om het elektriciteitsaanbod in evenwicht te brengen met de vraag, bepaalt de elektriciteitsprijs, en dat is nu een gascentrale.
  • Ook de prijs van de ETS-uitstootrechten (EUA’s) gaat naar boven. Immers, Europese elektriciteitscentrales op kolen worden concurrentiëler, maar stoten meer CO2 uit zodat er meer vraag is naar ETS-rechten. Volgende stap: de gestegen ETS-prijs maakt elektriciteit duurder. Immers, fossiele elektriciteitscentrales moeten duurdere ETS-rechten inleveren.
  • In het kielzog van gas worden ook stookolie, diesel en benzine duurder. Al gaan de stijgingen daar minder hard.

Structurele investeringen zijn nodig

Dit aanpakken vergt maatregelen op de langere termijn. Hoe kunnen we de dure import van primaire energie zoveel mogelijk vervangen door investeringen en werk hier? Dat is niet eenvoudig, maar zeker ook niet onmogelijk. Slechts twee basisingrepen zijn hiervoor nodig: zorg dat mensen en bedrijven zo zuinig mogelijk omgaan met energie, zodat de vraag daalt én wek wat vervolgens nog nodig is zo veel mogelijk zelf op in de vorm van duurzame energie. Vertaald naar de overheid: mobiliseer via je bevoegdheden, bevolking en bedrijven om minder te verbruiken + investeer structureel in de eigen energieproductie. En tenslotte: vergeet daarbij niemand.

Minder verbruiken

De Vlaamse overheid heeft een pak bevoegdheden in handen waarmee ze het Vlaamse energieverbruik stevig omlaag kan krijgen. De belangrijkste twee zijn wonen en mobiliteit.

Op vlak van wonen – en ineens ook aanpak wooncrisis – zijn er drie grote werven:

  • bijkomende energiezuinige sociale woningen en grondige renovatie van het verouderde deel van het bestaande bestand;
  • een energierenovatiegolf die steunt op een ambitieuze renovatieverplichting op sleutelmomenten (niet alleen koop/verkoop, maar ook vervanging van een oud verwarmingssysteem); de renovatieverplichting moet zo vorm krijgen dat ze de snelste en meest kostenefficiënte weg toont naar klimaatneutrale gebouwen.
  • andere gebouwenverwarming, weg van gas en stookolie naar efficiëntere warmtepompen met energieopslag, waar mogelijk gekoppeld aan warmtenetten; dit zowel voor nieuwe als bestaande gebouwen.

Wat mobiliteit betreft kan investeren in openbaar vervoer en – op wat langere termijn – in een doordachte ruimtelijke ordening (onder meer de 15-minuten stad waarin alle voorzieningen dichterbij zijn) de mobiliteitsvraag verminderen. Al zijn er ook maatregelen die niets kosten en naast energie besparen ook andere voordelen hebben: meer carpoolen, meer thuiswerken of de maximumsnelheid op de snelwegen beperken tot 100 km/u. Tegelijk moeten we overschakelen van fossiele verbrandingsmotoren naar efficiëntere elektrische mobiliteit (niet alleen elektrische auto’s, ook openbaar vervoer, E-bikes …). Dat vraagt ook extra infrastructuur zoals voldoende laadpalen en een netwerk aan fietspaden.

Investeren

De opkomst van hernieuwbare energie begint verschil te maken (zie Figuur 1), al gaat de omslag te traag. Er is veel meer nodig: meer windmolens op land en in zee en een massale uitrol van zonnepanelen. De federale overheid wil meer offshore en maakt werk van de ontwikkeling van de Prinses Elisabethzone. Volgens EnergyVille is er plaats voor meer dan 100 GW geïnstalleerd vermogen op daken in België. Het Vlaamse Zonneplan wil 6,7 GW tegen 2030.

Belangrijk bij al die plannen en investeringen: stel ze op elkaar af.

De Europese commissie zet ook bijkomende stappen. Ze concretiseert haar voornemen van enkele maanden geleden om dit jaar twee derde van de Russische gasinvoer weg te knippen. Ze trekt de doelstelling voor energiebesparing op van 1,5% per jaar naar van 2%. Ook de doelen voor hernieuwbare energie stijgen. Een snelle en massale uitrol van zonnepanelen moet de capaciteit van zonne-energie in Europa tegen 2025 verdubbelen. Nieuwe huizen, bedrijfs- en overheidsgebouwen moeten vanaf 2025 zonnepanelen op het dak plaatsen. Ook de minst energiezuinige gebouwen worden versneld aan een zonnedak geholpen. Ook wordt de kaart getrokken van hernieuwbare waterstof. Al wil de commissie nog aardig wat vloeibaar aardgas (LNG) aankopen. Het valt te bezien hoeveel bijkomende investeringen daarvoor nodig zijn. Een studie van de energie- en klimaatdenktanken E3G, Bellona, Ember, en RAP plaatste eerder vraagtekens bij dat laatste punt. Ze betoogden dat genoeg Europese ambitie investeringen in nieuwe gasinfrastructuur zoals LNG-terminals overbodig kon maken (zie figuur). Dat illustreert het belang van een grondig debat over slimme beleidskeuzes en investeringen.

Figuur 2. Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie helpen Europa een heel eind op weg om de geldstroom naar Rusland te beëindigen

Belangrijk bij al die plannen en investeringen: stel ze op elkaar af. Er is onder meer een sterke (geïntegreerde) investeringsplanning nodig, gekoppeld aan een sluitend visie op de financiering van de investeringen. Europa is met de liberalisering van de energiemarkten juist de andere kant opgegaan. Planning is bijvoorbeeld nodig:

  • Om de veelheid aan structurele maatregelen op een efficiënte manier te nemen en ervoor te zorgen dat de maatregelen elkaar versterken en niet tegenwerken.[1]
  • Om oplossingen te zoeken voor de oververhitting van de markt: schaarste aan materialen en arbeidskrachten en post-corona-opportunisme van bedrijven doen de prijzen fors stijgen.
  • Om ook collectieve oplossingen (bv. collectieve verwarming en warmtenetten, buurtbatterijen, collectieve renovatie) een kans te geven. Vaak zijn die goedkoper dan individuele oplossingen. Dat heeft zowel met de economische schaal van de investeringen te maken als met het feit dat grotere installaties vaak efficiënter omgaan met energie.

Niemand vergeten

Tenslotte moet er – zeker ook op Vlaams niveau – een veel sterkere sociale reflex komen in het energie- en klimaatbeleid. Prof. Wim Van Lancker legde in een recente opinie de vinger op de wonde: het klimaatbeleid is geschoeid op de leest van hogeropgeleide tweeverdieners, het staat veraf van de levensomstandigheden van een aanzienlijk deel van de bevolking. Subsidies voor zonnepanelen en warmtepompen versus duurdere fossiele energie. Elektrische bedrijfswagens versus lage-emissiezones waar oude diesels niet langer welkom zijn.

Het gevolg: hoe meer mensen tevreden zijn met het eigen inkomen, hoe meer ze tevreden zijn met het energiebeleid, zo leert opnieuw De Stemming 2022. De keerzijde: mensen die vinden dat ze te weinig verdienen zijn het meest ontevreden over het energiebeleid (én blijken het meest ontevreden over de politiek tout court). Zij worden het meest geraakt door de hoge energieprijs en kunnen het minst investeren in oplossingen, toonden we in een eerdere blog. Het Vlaamse beleid moet dus anders. Dat hebben we als vakbond al lang door: een centrale eis van het Vlaams ABVV-congres 2018 was niet voor niets een rechtvaardig transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie.

Het klimaatbeleid is geschoeid op de leest van hogeropgeleide tweeverdieners, het staat veraf van de levensomstandigheden van een aanzienlijk deel van de bevolking.

Markt en premiesystemen schieten tekort. Collectivisering, (voor)financiering en ontzorging zijn de boodschap. De overheid moet investeren in veel meer sociale woningen. Wat de private huurmarkt betreft, moet ze een sluitende aanpak uitwerken om de split incentive te overwinnen (split incentive = huurders hebben het meeste baat bij energierenovatie van hun woning, maar kunnen niet investeren in de woning die eigendom is van iemand anders) en zo de woningkwaliteit sterk op te krikken. Op het vlak van renovatie moet de bevolking veel meer geholpen worden via energiehuizen, (sociale en andere) collectieve projecten, begeleide doe-het-zelf-groepen… Er is een grootschalig investeringsprogramma nodig in zonnepanelen en warmtepompen, waarbij er oplossingen moeten komen voor de groepen die het investeringskapitaal daarvoor niet hebben. Om warmtepompen te doen doorbreken is dan weer een ontvetting nodig van de elektriciteitsfactuur: de kosten voor haar beleid die de Vlaamse overheid erop afgewenteld heeft, moeten er terug uit. En verder is een massaal opleidings-en mobilisatieprogramma nodig voor werkkrachten in de bouw en moet de sector werk maken van innovatie, ook in ergonomische oplossingen die leiden naar werkbaar werk.

Opnieuw is er dus een combinatie nodig van slimme beleidskeuzes en investeringen. Veel werk op de plank dus voor de Vlaamse Regering.

[1] Zie ook het pleidooi van de SERV voor infrastructuur- en investeringsplanning: Vlaams klimaatdoel eist durf, kapitaal en extra mensen | SERV

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone