Print Friendly, PDF & Email

VDAB publiceerde vorige week haar sanctioneringscijfers: in 2022 werden 23.900 sancties en waarschuwingen uitgesproken aan maar liefst één op vijf werklozen. “Het hoogste percentage sinds de overname van de controlebevoegdheid”, aldus de bemiddelaar. Meer dan 1.500 mensen verloren hun werkloosheidsuitkering, een stijging van 15%. VDAB strenger, luidde het. En dat klonk als goed nieuws. Maar is dat ook zo?

Als we kijken naar de redenen van sanctioneren valt vooral dit op: 74% van de werkzoekenden wordt gesanctioneerd omdat ze niet komen opdagen op afspraken. Al jaar en dag is dit de voornaamste reden tot sanctionering. Ook definitieve schorsingen hangen er vaak mee samen. Nu zou een mens verwachten dat VDAB vervolgens ook zicht heeft op het ‘waarom’ van al die afwezigheden. Helaas, dat weten ze niet.

Niet opdagen, maar waarom?

Meer nog, ze lijken het bij VDAB niet te willen weten. Herhaalde vragen vanuit de vakbonden om dit te bestuderen worden genegeerd. We weten vandaag dus niet of niet komen opdagen met onwil te maken heeft of dat er andere zaken spelen. Een greep uit de cases die wij elke dag zien toont dat daar best wel variatie in kan zitten. Zo hebben we recent, ondanks tussenkomst van onze diensten, niet kunnen voorkomen dat iemand onder bewindvoering vier weken werd geschorst. Bewindvoering, dat is iemand die niet in staat is zelfstandig keuzes te maken… Of neem werkzoekenden die in het ziekenhuis zijn opgenomen omwille van psychologische problemen. Daar moeten we vaak hemel en aarde verzetten om een sanctie te vermijden. Niet altijd met succes. Ook komt het voor dat mensen niet komen opdagen omwille van detentie. Maar omdat een werkzoekende dit enkel zelf mag melden, en niet bijvoorbeeld de partner, wordt ‘in afwezigheid’ een sanctie uitgesproken.

Bemiddelaarsteams worden sinds vorig jaar gemonitord op hoeveel werkzoekenden ze doorsturen naar de controledienst.

Wat nog opvalt in de nieuwe cijfers is het stijgend aantal sancties, met 32% (!) ondanks een dalend aantal werkzoekenden. VDAB verklaart de stijging door een aanpassing in het bemiddelingsproces. Bemiddelaarsteams worden sinds vorig jaar gemonitord op hoeveel werkzoekenden ze doorsturen naar de controledienst. Eerder dan het beoordelen van de zoektocht naar werk en de context waarin de werkzoekende zich begeeft, komt voor de VDAB-bemiddelaar hierdoor deze vraag centraal te staan: hoeveel heb ik er deze maand al doorgestuurd? Dat is niet onschuldig, want hiermee komt het correct toezien op de rechten en plichten van werkzoekenden in het gedrang. Als de lat ligt op ‘heb je deze maand voldoende gesanctioneerd binnen de gemiddelden’, dan wordt meer sanctioneren een doel op zich, ongeacht de ernst van de inbreuk.

De mismatch is groot

Wat maakt bovendien het gemiddelde? Op welke basis rust de benchmark die wordt uitgezet? En is het zelfs mogelijk om te voorzien in een benchmark? Vandaag zijn één op twee werkzoekenden ingeschreven bij VDAB al langer dan 1 jaar vruchteloos op zoek naar werk. De groep wordt steeds kwetsbaarder en kampt met complexe problematieken .Ja, er zijn veel vacatures. Maar de mismatch is groot. Het profiel van wie vandaag werk zoekt, sluit moeilijker en moeilijker aan bij wat werkgevers vragen. Technologische ontwikkelingen en digitalisering duwen de vraag naar hooggeschoolden omhoog terwijl middengeschoolden en kortgeschoolden daarvan de dupe zijn. Maar liefst acht op tien werkzoekenden zijn kort- of middengeschoold.

De afgelopen decennia zijn jobs minder werkbaar geworden en zijn flexibele en onzekere contracten toegenomen.

Daarnaast heb je ook de kwalitatieve mismatch. De afgelopen decennia zijn jobs minder werkbaar geworden en zijn flexibele en onzekere contracten toegenomen. (Zie hiervoor de Werkbaarheidsmonitor 2019 of het jaarverslag Hoge Raad voor de werkgelegenheid 2018). Alles wijst er op dat gezondheid en leeftijd de grootste drempels naar werk vormen voor langdurig werkzoekenden. Dat blijkt ook zo uit eigen studiemateriaal van VDAB. Jobs zijn er niet toegankelijker op geworden voor wie niet voldoet aan de hoge jobeisen.

Ook de arbeidsmarkt bepaalt

Tenslotte is er nog steeds de hardnekkige discriminatie op de arbeidsmarkt: niet één maar vele studies tonen aan dat ouderen en personen met een migratieachtergrond ondanks vele sollicitatiepogingen onvoldoende antwoord of kansen krijgen. Kortom, ook de arbeidsmarkt waarin je je moet begeven bepaalt je kans op werk, niet alleen je eigen inspanningen. Werkzoekenden hebben vandaag om al die redenen, kwantitatief en kwalitatief, van buiten en naar binnen, gemiddeld een grotere afstand tot de arbeidsmarkt dan enkele jaren geleden. De coronacrisis heeft dit nog versterkt.

Daarenboven hebben werkzoekenden het vandaag ook extra moeilijk om financieel de eindjes aan elkaar te knopen. Sancties duwen hen enkel in een nog grotere financiële put.

Daarenboven hebben werkzoekenden het vandaag ook extra moeilijk om financieel de eindjes aan elkaar te knopen. Sancties duwen hen enkel in een nog grotere financiële put. Studie na studie toont aan dat een sanctioneringsbeleid doet uitstromen naar ofwel precaire contracten ofwel gewoonweg uit de sociale zekerheid. Vraag is hoe dit te rijmen valt met de kortste weg naar duurzaam werk. Reden te meer om omzichtig om te gaan met dit instrument en om correct sanctioneren als doelstelling voorop te stellen, eerder dan ‘meer’ sanctioneren.

Verontrustend

Wat we vandaag zien gebeuren is daarom ronduit verontrustend: steeds meer mensen die steeds vaker in een kwetsbare positie zitten komen in het vizier van een sanctioneringsbeleid dat focust op aantallen sancties en steeds minder op mensen. Het opleggen van benchmarks en gemiddelden is niet de oplossing. Het creëert onzekerheid en wantrouwen ten opzichte van de VDAB. Begeleiding en aangepast werk heeft voor wie vandaag zonder werk zit meer kans op slagen. Bemiddel beter en werk drempels weg. Dat moet de inzet zijn.

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone