Print Friendly, PDF & Email

Afgelopen zomer nam de Vlaamse energieregulator VREG enkele belangrijke beslissingen over de prijs die we betalen om elektriciteit af te halen van het net, kortweg het nettarief. Die beslissingen passen in de VREG-visie dat er nog veel meer markt moet komen in het elekticiteitsgebeuren. Fijn voor de leveranciers. Die zien hun winstmarge op de verkoop van elektriciteit al een tijd slinken. Ze hopen terug geld te verdienen door nieuwe diensten aan te bieden. Maar is het ook goed voor het gewone gezin? Nu al kunnen veel mensen niet meer volgen.

Wat is het nettarief?

Het nettarief is een rubriek op de elektriciteitsfactuur, net zoals de prijs voor verbruikte elektriciteit. In essentie is het de vergoeding die de distributienetbeheerder Fluvius en hoogspanningsnetbeheerder Elia krijgen voor het beheer en de uitbouw van het elektriciteitsnet. Dat brengt opgewekte elektriciteit tot bij ons thuis.

Al is dat niet het volledige verhaal. Slechts de helft van de geïnde nettarieven gaat naar de netbeheerders (zuivere netkosten). De federale en Vlaamse overheden gebruiken de elektriciteitsfactuur als een tweede belastingbrief. Afnemers van elektriciteit betalen via hun factuur een belangrijk deel van de beleidsuitgaven voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en energie-armoede.

In totaal is het nettarief goed voor 43% van de totale factuur van een gemiddeld gezin. Er moet ook 21% BTW betaald worden op het nettarief. Nemen we dat mee in rekening, dan is het nettarief goed voor meer dan de helft van de factuur.

Wie beslist over het nettarief?

Merkwaardig genoeg is dat niet de uitbater van het distributienet, noch de overheid, wel de Vlaamse Energieregulator VREG. Dat komt zo. Vroeger was de Belgische productie en de distributie van elektriciteit grotendeels in handen van Electrabel (nu Engie). De Europese unie wou af van dergelijke monopolies. In 2007 liberaliseerde ze de verkoop van elektriciteit. Concurrentie moest leiden tot lagere energieprijzen en een betere dienstverlening aan gezinnen en bedrijven.

Er zijn veel elektriciteitscentrales, dus daar kan de concurrentie spelen. Maar er is slechts één elektriciteitsnet. De uitbater van dat net heeft een natuurlijk monopolie op de verdeling van elektriciteit binnen een bepaald gebied. Daarom gelden de regels van de vrije markt daar niet. Een regulator – in Vlaanderen de VREG – stuurt en controleert de netbeheerder en keurt ook de nettarieven goed. Via die tarieven worden de zuivere distributienetkosten, de kosten voor het hoogspanningsnet en kosten voor het energiebeleid (openbaredienstverplichtingen of ODV’s) doorgerekend aan de afnemers van elektriciteit.

Vroeger was de Belgische productie en de distributie van elektriciteit grotendeels in handen van Electrabel. De Europese unie wou af van dergelijke monopolies.

De VREG bepaalt eerst hoeveel geld de netbeheerder nodig heeft om zijn werking te betalen. Dat is het ‘toegelaten inkomen’ dat Fluvius mag innen via het nettarief. Vervolgens onderscheidt hij een zestal klantengroepen (o.a. laagspanningsklanten zoals gezinnen en bedrijfjes, gezinnen die genieten van een sociaal tarief, verschillende groepen van kleinere tot grote bedrijven op middenspanning) en legt hij vast hoe de nettarieven berekend worden voor elk van die groepen. Daarmee bepaalt de regulator meteen hoe de factuur voor de uitbouw en het beheer van het elektriciteitsnet verdeeld wordt tussen de klantengroepen, een belangrijke verdelingskwestie dus. Verdelingsvraagstukken zijn bij uitstek politieke vraagstukken. Maar die politieke dimensie wordt versluierd. Zowel de overheden (EU, Vlaanderen) als de regulator stellen het vastleggen van nettarieven vaak voor als een technische kwestie. Daardoor kunnen ze de verdelingsaspecten veel makkelijker uit de weg gaan.

Het nettarief nu en straks

Het volledige nettarief (zuivere netkosten + kosten voor het energiebeleid) voor gezinnen en andere laagspanningsklanten wordt momenteel berekend op basis van de hoeveelheid elektriciteit die ze verbruiken. Op die manier betalen gezinnen met een hoog elektriciteitsverbruik meer. Gezinnen die weinig elektriciteit verbruiken, betalen weinig.

De VREG streeft al jaren naar een andere berekeningswijze. Het idee is altijd geweest om de zuivere netkosten van gezinnen en KMO’s (maar niet de energiebeleidskosten) te berekenen uitgaande van het vermogen dat een klant gebruikt (capaciteitstarief). In mensentaal: het gaat over de piek in je elektriciteitsafname op het moment dat je veel (en/of zware) elektrische toestellen gebruikt. De regulator startte het hervormingsproces in juni 2016 met een voorstel voor de invoering van een capaciteitstarief. Naarmate het proces vorderde, stelde de VREG dit voorstel bij. Het werd ook aangevuld met andere ingrepen. Met een beslissing op 13 augustus 2020 legt de VREG nu definitief een aantal veranderingen vast die deels ingaan vanaf 2021 en deels vanaf 2022.

De hervorming past in een bredere – en sterk marktgerichte – visie waar de VREG stap voor stap naar toewerkt.

Samengevat gaat het om volgende beslissingen (die ingaan begin 2022, tenzij anders aangegeven):

  • Afschaffing van het tarief exclusief nachtverbruik voor elektrische verwarming (in fases in de periode 2021-2024) en van het onderscheid tussen een dag- en een nachttarief. Netgebruik wordt dus even duur ’s nachts als overdag. En ook elektrische verwarming wordt duurder. Deze tarieven horen bij het energiesysteem van het verleden, aldus de VREG. Begrijp: de kerncentrales in ons land geraakten ’s nachts hun elektriciteit niet kwijt. Maar ze passen niet bij het hernieuwbare systeem van de toekomst. Denk aan de zonnepanelen die alleen overdag elektriciteit opwekken.
  • Invoering van het capaciteitstarief voor klanten met een digitale meter. Het zuiver nettarief van gezinnen en kleine bedrijfjes wordt in de toekomst vooral berekend op basis van vermogen (in € per kW). Tot nu toe geldt: hoe hoger het elektriciteitsverbruik, hoe hoger het nettarief (in € per kWh). Het VREG-voorstel wil klanten met een digitale meter voor 80% doen betalen in functie van de 12 laatste maandelijkse vermogenspieken. Voor hen zou gelden: hoe hoger de hoogste vermogenspiek die ze maandelijks veroorzaken, hoe meer ze betalen. Gevolg: een herverdeling van de kosten tussen diverse groepen laagspanningsklanten.
  • Invoering van een specifieke tariefregeling voor klanten die nog een klassieke meter hebben. Ze betalen een eerste vaste schijf als prijs voor de toegang tot het net (berekend als een bepaald minimumvermogen dat de netbeheerder aan elke klant ter beschikking stelt). Een tweede schijf wordt– zoals nu – berekend op basis van het verbruik (totale hoeveelheid afgenomen elektriciteit.
  • Beschermde klanten genieten van een ‘all-in’ sociaal tarief. Dit tarief omvat zowel de zuivere elektriciteitskosten, de zuivere netkosten als de ODV-kosten. Dit tarief wordt bepaald door de federale regulator CREG op basis van federale regelgeving.
  • Ook voor zonnepaneelbezitters wordt het huidige prosumententarief vervangen door het hiervoor geschetste capaciteitstarief.
  • Vanaf 2021: verlaging van de totale som die netbeheerder Fluvius aan zijn klanten mag aanrekenen via nettarieven (toegelaten inkomen). Zo daalt de gemiddelde elektriciteitsfactuur van alle klanten. De daling komt er om twee redenen. Ten eerste besliste de VREG dat Fluvius minder winst mag uitkeren aan zijn aandeelhouders, de Vlaamse gemeenten. Ten tweede moet Fluvius meer doen met minder geld. Dat is vooral het gevolg van de fusie in 2018 van de twee toenmalige Vlaamse distributienetbeheerders Eandis en Infrax. Die bedrijven smolten toen samen tot Fluvius. De fusie laat efficiëntiewinsten toe (o.a. door schaalvergroting) die nu deels afgeroomd worden.

Met het capaciteitstarief wil de VREG bekomen dat elektriciteitsverbruikers het net efficiënt gebruiken, hij wil dus verbruikspieken ontmoedigen. Anders gezegd: het volstaat niet langer dat mensen zuinig omgaan met energie. Ze moeten ook leren om zo weinig mogelijk toestellen aan te zetten op het moment dat iedereen dat doet: onder meer wanneer ze ’s avonds thuiskomen van het werk. Elektrificatie aanmoedigen is het tweede doel. Het betreft de evolutie naar meer windmolens, zonnepanelen, elektrische voertuigen, warmtepompen, enz.

Steeds meer markt. De hervorming past in een bredere – en sterk marktgerichte – visie waar de VREG stap voor stap naar toewerkt. In de pijplijn zitten o.a. nog de dynamische elektriciteitsprijzen. Dat betekent dat de prijs die je betaalt aan je leverancier schommelt naargelang het moment van de dag en het jaar (de seizoenen). Hij gaat op en neer in functie van vraag en aanbod. Zo zal de prijs heel hoog liggen tijdens de vooravond van een donkere koude winterdag, traditioneel de periode van het jaar waarin de vraag naar elektriciteit het hoogst is. De prijs zal veel lager zijn op een zomerdag met veel of zon: dan draaien de zonnepanelen op volle toeren en remt de vakantie de vraag.  

Figuur 1. Dynamische prijs tijdens 1 dag. De VREG voorziet een lagere prijs ’s middags (zonnepanelen leveren stroom) en een hogere prijs ’s avonds (piekverbruik gezinnen).

Dynamische nettarieven zijn het volgende idee. Ze zijn sterk verwant met de dynamische elektriciteitsprijzen. Het gevolg daarvan zou zijn dat je niet alleen betaald in functie van je afnamepieken, maar ook in functie van het moment waarop je die afnamepieken veroorzaakt. Het netgebruik zou dan bijvoorbeeld duurder zijn van 17 tot 20 uur ’s avonds, de in periode waarin we met zijn allen de meeste elektriciteit afnemen van het net.

Veranderen van leverancier

Overstappen naar een andere elektriciteitsleverancier is nu al een avontuur voor gevorderden. Toegegeven, je kan het simpel houden en gewoon meedoen met een groepsaankoop of ingaan op een aanbieding van een elektriciteitsverkoper die je aanklampt in de winkel. Al is zeker die laatste optie niet zonder risico.

Overstappen naar een andere elektriciteitsleverancier is nu al een avontuur voor gevorderden.

Wie echt wil weten waarvoor hij of zij tekent, staat voor een hordeloop. Stel, je wil gaan voor de goedkoopste en de meest klimaatvriendelijke optie op de markt. Dan wachten je een resem keuzes alvorens je de eindmeet bereikt. Omdat het allemaal nogal technisch wordt, groepeerden we die keuzes in onderstaand kadertje. Dat kan je rustig overslaan, toch als je van ons aanneemt dat het allemaal nogal ingewikkeld wordt. Wie toch de moeite doet om de reeks te overlopen krijgt wel een bonus: we maken je wat wegwijs in de meest voordelige keuzes.

De hordeloop

  • Wil je afzonderlijke contracten voor elektriciteit en aardgas, of ga je voor één contract voor de beiden
    (Afzonderlijke contracten kunnen voordelig zijn.)
  • Wil je een contract met een vaste of een variabele prijs. Een variabel contract kan om de zoveel maanden aangepast worden tijdens de contractperiode, afhankelijk van de prijsdalingen en -stijgingen op de energiemarkt. De prijs van een vast contract verandert niet tijdens de contractperiode zodat je op voorhand weet hoeveel je betaalt voor elke verbruikte kWh.
    (Een variabele prijs is doorgaans voordelig, maar je neemt wel een risico: als de prijs op de groothandelsmarkt voor elektriciteit stijgt, betaal je meer.)
  • Wil je een contract van bepaalde (1, 2, 3 of 5 jaar?) of van onbepaalde duur (eindduur niet bepaald).
    (Bij een contract van bepaalde duur heb je normaal de garantie dat je gedurende de volledige contracttermijn energie kan verbruiken aan de tarieven en voorwaarden in je energiecontract. Of dit voordelig is, hangt opnieuw af van de evolutie van de elektriciteitsmarkt: stijgt ze of daalt ze tijdens de contracttermijn?)
  • Moet je elektriciteit groen zijn (uit hernieuwbare bronnen zoals wind en zon), of mag het ook grijs (uit fossiele bronnen en kernenergie). En hoe groen is groen: gaat het om lokale productie? Of gaat het om sjoemelstroom en heeft je leverancier spotgoedkope garanties van oorsprong gekocht in IJsland of Noorwegen?
    (Nee, groene stroom hoeft echt niet duurder te zijn. Wie het klimaat wat wil sparen, moet gewoon gaan voor lokaal groen. Wil je weten waarom en hoe, dan kan deze Greenpeace-website je helpen)
  • Heb je zonnepanelen? Zo ja, een terugdraaiende teller? En wat is de capaciteit van de omvormer?
    (Ben je nog mee? Ook voor ons wat te ingewikkeld om hier uit te leggen. Wie zich waagt aan een portie bijkomende info, is hiermee alvast wat verder.)
  • Klampt iemand je in de winkel aan die je een tijdelijke promotie aanbiedt?
    (Sorry, moeilijk te vergelijken met andere aanbiedingen om de markt, tijdelijke promoties zitten normaal niet in de prijsvergelijker van de VREG. Het addertje onder het gras is allicht dat de prijs die je betaalt automatisch flink stijgt na afloop van de promotie.)

Voor wie het kadertje oversloeg en ons toch niet zomaar gelooft (hoeft ook niet, we vinden kritische zin altijd fijn): ook Test-aankoop wijst er op dat de elektriciteitsmarkt nu al te complex is. Bovendien stelt de Economische Inspectie dat er “op vlak van prijstransparantie” ruimte is voor verbetering. Bijvoorbeeld: energieleveranciers moeten op hun website doorverwijzen naar de vergelijkingstool van de regulator, maar zeven van de tien doen dat niet.

Energieleveranciers moeten op hun website doorverwijzen naar de vergelijkingstool van de regulator, maar zeven van de tien doen dat niet.

Deze wijziging maakt het er niet beter op. Elektriciteitsleveranciers zullen na de invoering van het capaciteitstarief contracten ontwikkelen waarin ze beloven dat ze je zullen helpen om pieken in je verbruik te beperken. Dat wil zeggen dat ze met mooie verhalen zullen afkomen om allerlei energiediensten te slijten bovenop een leveringscontract. Kan de gemiddelde burger in zo’n kluwen nog beoordelen of hij daar iets mee vooruit is? Goed mogelijk dat hij of zij niet in de gaten heeft dat zo’n gebundeld contract (service pack) eigenlijk een meerkost geeft.

Waar de elektriciteitsprijs met een variabel contract om de zoveel maanden kan veranderen, zal de prijs met een dynamisch contract veranderen in de loop van de dag.

Deze evolutie zal daarmee niet stoppen. Als er genoeg digitale meters staan, zullen leveranciers ook afkomen met contracten met dynamische elektriciteitsprijzen. Waar de elektriciteitsprijs met een variabel contract om de zoveel maanden kan veranderen, zal de prijs met een dynamisch contract veranderen in de loop van de dag. Bijvoorbeeld: tijdens in winderige nacht is elektriciteit goedkoop, in de vooravond – de periode van piekverbruik – is elektriciteit duur.

Slapende contracten

360.000 Belgische gezinnen betalen jaarlijks 600 euro te veel voor hun gas en elektriciteit. Dat maakte de federale energieregulator CREG in oktober vorig jaar bekend. Eerste reden is dat ze hun contract nooit wijzigden. Meer dan 600.000 Belgische gezinnen en 70.000 kmo’s zitten zo met een ‘slapend contract’. Die contracten worden niet meer aangeboden door de leveranciers, maar veel gezinnen zijn er wel nog aan gebonden. Tweede reden: als gezinnen toch van leverancier veranderen, kiezen ze niet altijd de goedkoopste formule. En dat terwijl er tussen twee actief aangeboden elektriciteits- of gascontracten al snel een verschil kan zitten van enkele honderden euro’s. De CREG concludeert dat er nog een lange weg te gaan is alvorens elk gezin van de meest voordelige prijzen geniet.

Duurdere oude contracten zijn niet alleen een probleem uit het verleden. Een gezin dat overstapt naar een nieuw contract op basis van een gunstig aanbod, ziet zijn factuur na 1 jaar vaak fors stijgen. Dat gebeurt automatisch: na verloop van tijd gelden de gunstige voorwaarden niet meer. Maar hoeveel gezinnen beseffen dat ze best elk jaar opnieuw uitzoeken wat de goedkoopste aanbieding op de markt is?

Figuur 2. Aantal slapende versus aantal actieve elektriciteitscontracten bij Vlaamse leveranciers
bron:
CREG

Kortom

Het is net iets te makkelijk om te stellen dat de consument maar uit zijn doppen moet kijken en de boel maar goed moet vergelijken om het voor hem meest voordelige contract te sluiten. De overheid kan de markt ook zo organiseren dat veel gezinnen er niet meer wijs uit geraken en sommige leveranciers er de kantjes van kunnen aflopen. Begrijpelijk beleid, dat is wat we in veel SERV-adviezen – samen met de werkgevers – vragen van de overheid. Laat ons dan ook werk maken van transparante markten.

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone