Print Friendly, PDF & Email

Levenslang leren is belangrijk, zo declameert de Vlaamse regering al jaren. Wie zichzelf blijft bijscholen kan makkelijker mee met evoluties op de arbeidsmarkt maar blijft ook fris en gemotiveerd in de job. Daar krijgen zelfs wij geen speld tussen. Alleen, waarom stelt diezelfde Vlaamse regering dan alsmaar meer voorwaarden aan mensen die – met een steuntje – opleiding willen volgen? Neem nu de opleidingscheque. Na amper 20 jaar dreigt dat systeem straks helemaal te verdwijnen.

Opleidingscheque, wat is het

Wie een opleiding wil volgen kan heel wat drempels tegenkomen. Er zijn psychologische drempels (een opleiding volgen, dat is niet voor mij), institutionele drempels (ik wil wel een opleiding volgen, maar ik voldoe niet aan de inschrijvingsvoorwaarden), financiële drempels (miljaar wat kost dat) of tijdsdrempels (ziet er interessant uit, maar wanneer ga ik dat doen). Onze Vlaamse regering speelt met haar opleidingsincentives voor werknemers vooral in op tijd en tot vandaag ook op geld. Instellingen zoals het volwassenenonderwijs of Syntra hanteren een sociaal prijzenbeleid, maar voor velen zijn die opleidingen nog altijd niet goedkoop (want naast dat inschrijvingsgeld zijn er ook nog kosten zoals het cursusmateriaal of handboeken, of de kosten om deel te nemen aan een examen).

Wie een opleiding wil volgen kan heel wat drempels tegenkomen.

Om die financiële drempel te verlagen, is er de opleidingscheque. Een incentive die in het leven werd geroepen omdat er, zo kunnen we lezen in de betreffende BVR uit 2003, ‘onverwijld inspanningen moeten geleverd worden om de opleidingsdeelname in Vlaanderen op te trekken’. Die opleidingsdeelname moet vandaag nog altijd omhoog. Toch lijkt het dat de visie van de Vlaamse regering op het wegnemen van de drempel geld al een tijdje veranderd is. Beslissing na beslissing knijpt de regering het instrument een beetje meer, zachtjes, dood.

Beslissing na beslissing minder

In 2003 kan je als werknemer nog opleidings- en begeleidingscheques aanschaffen om de opleidings- of begeleidingskosten te betalen die een erkende verstrekker factureert. Per kalenderjaar kan elke werknemer voor maximaal 250 euro cheques aankopen. De Vlaamse gemeenschap levert een bijdrage van 50% in het totaalbedrag van de cheque, de andere helft is voor je eigen rekening. Je kan de cheque gebruiken voor opleidingen en begeleidingen die niet in opdracht van de werkgever zijn en buiten de normale werkuren vallen. De opleidingen moeten niet uitsluitend of hoofdzakelijk op je eigen of toekomstige functie gericht zijn, maar moeten de brede inzetbaarheid op de arbeidsmarkt rechtstreeks of onrechtstreeks verbeteren. Na de gevolgde opleiding levert de erkende opleidingsverstrekker een attest af.

In 2010 moet de Vlaamse regering gedacht hebben dat het een beetje te veel van het goede was. Een eerste belangrijke wijziging wordt doorgevoerd en enkel de opleidingen die je met Betaald Educatief Verlof kan volgen, komen nog in aanmerking. Maar daar stopt het niet. In 2015 wordt ook de groep die gebruik kan maken van de opleidingscheques verkleind: enkel laag- en middengeschoolden kunnen nog opleidingscheques aankopen, de toegang voor hooggeschoolden tot de opleidingscheques wordt beperkt. Vanaf dan kunnen hooggeschoolden enkel nog voor loopbaangerichte opleidingen (en na loopbaanbegeleiding en met een persoonlijk ontwikkelingsplan) cheques aanschaffen. Die beide ingrepen zorgen telkens voor een halvering van het aantal uitgegeven opleidingscheques.

Om die financiële drempel te verlagen, is er de opleidingscheque.

Maar, daar stopt het niet. In 2018 wordt het beleid rond de opleidingsincentives nóg wat aangescherpt. Vanaf dan kunnen opleidingscheques enkel nog gebruikt worden voor opleidingen die in aanmerking komen voor het Vlaams opleidingsverlof (VOV). Die opleidingen moeten aan strenge arbeidsmarktgerichte criteria voldoen. Opleidingscheques gebruiken voor een cursus Italiaans of Spaans omdat je het een mooie taal vindt, is niet meer mogelijk. Vlaanderen ondersteunt het levensbrede leren van werknemers niet langer, enkel het leren met een sterke arbeidsmarktgerichte focus. Knijp, knijp.

Wat zijn de regels vandaag

De tegemoetkoming vanuit de Vlaamse overheid blijft al die jaren op 50% van de opleidingskost met een maximum van 125 euro. Herinnering: enkel kort- of middengeschoolden kunnen zowel loopbaangerichte opleidingen als alle opleidingen in de opleidingsdatabank met een opleidingscheque betalen, hooggeschoolden enkel de loopbaangerichte opleidingen.

Werknemers met ten hoogste een diploma secundair onderwijs die opleidingen volgen rond basisgeletterdheid, rekenvaardigheid, ICT-vaardigheden, Nederlands voor anderstaligen of zij die een opleiding volgen om een diploma secundair onderwijs te halen , krijgen een verhoogde tegemoetkoming van maximaal 250 euro. Werknemers die geen diploma hoger onderwijs hebben en een opleiding volgen die leidt naar een graduaats- of bachelordiploma komen ook in aanmerking voor die verhoogde tegemoetkoming. Als én de scholingsgraad én de gevolgde opleiding aan de voorwaarden voldoen, wordt de verhoogde tegemoetkoming automatisch toegekend. Toch iets dat eenvoudig is.

Vlaanderen ondersteunt het levensbrede leren van werknemers niet langer, enkel het leren met een sterke arbeidsmarktgerichte focus.

Helaas geldt dat niet voor alles. Tot en met augustus 2020 vroeg je de (papieren) opleidingscheques aan bij VDAB. Sinds september 2020 doe je dat via het WSE-loket. Je moet de juiste informatie over je opleiding vinden in de opleidingsdatabank, een aanvraagformulier invullen, de juiste attesten toevoegen en weten wat de correcte nominale waarde is die je op je opleidingscheque wil hebben. Als je al die stappen succesvol hebt doorlopen, behandelt het departement je aanvraag en volgt er een beslissing per e-mail. Is de beslissing positief, dan krijg je 2 dagen na het eerste bericht van Edenred de vraag om je 50%-bijdrage te betalen. Weet wel dat die e-mail ook in je Spam-folder kan zitten. Nadat Edenred je betaling ontving, krijg je via e-mail je digitale opleidingscheque. Hoe je die cheque dan echt gebruikt om je opleiding te betalen, is afhankelijk van je opleidingsverstrekker. Sommigen kunnen aan de slag met de geforwarde e-mail, anderen verkiezen de QR-code die op de cheque staat. Heb je geen e-mail? Dat is geen probleem: dan wordt alles per post geregeld en krijg je de cheques op papier. Hoera.

Cijfertjes

Gedurende de ganse periode dat de cheques in VDAB-beheer waren (gaande van schooljaar 2003-2004 tot en met schooljaar 19-20) werden er 2.371.578 aanvragen ontvangen, (waarvan 90% goedgekeurd). In die zeventien jaar samen goed voor een bedrag van 300.683.995 euro. Een kind ziet duidelijk de dalende lijn: helemaal te verklaren door de bijsturingen in de regelgeving.

Evolutie van het aantal goedgekeurde aanvragen voor opleidingscheques

Als we kijken naar het piekjaar 2008-2009 zien we dat er 242.200 opleidingscheques werden aangevraagd, goed voor een totaalbedrag 35.675.630 euro. Het gemiddelde bedrag van de cheques was toen 147,3 euro. Vergelijk dat met schooljaar 2019-2020 (tien jaar later): toen werden er nog 18.156 cheques uitgegeven, samen goed voor nog – amper – 3.460.545 euro. Het gemiddelde bedrag van de cheques steeg wel: dat lag toen op 190,6 euro. Opleiding volgen werd dus duurder.

Verdeling naar scholingsgraad per schooljaar

Tijdens die zeventien jaar zien we ook dat de verdeling van aanvragers volgens scholing niet gelijk verdeeld is. Bij de start van de maatregel maken vooral hoog- en middengeschoolden gebruik van de cheques. De strengere toegangsregels voor hooggeschoolden in 2015 heeft die verhouding bijgestuurd waardoor in 2015-2016 de verhoudingen omkeren. Op het einde van deze periode van zeventien jaar zijn 90% van de 18.156 aanvragen voor rekening van kort- en middengeschoolden.

De wijze waarop VDAB de gegevens registreerde geeft slechts in beperkte mate inzicht in het soort opleidingen waarvoor opleidingscheques gebruikt werden. Sinds het departement Werk en Sociale Economie in september 2020 de maatregel in samenwerking met Edenred beheert, zijn er meer cijfers beschikbaar over de opleidingscheques in Vlaanderen.

In 2019-2020 maken uiteraard vooral middengeschoolden (75%) en kortgeschoolden (20%) gebruik van opleidingscheques. Onder hen zijn de vrouwen (53%) net iets talrijker. Tijdens dat  schooljaar werden de cheques het meest gebruikt voor basis ICT-opleidingen, opleidingen verpleegkunde en loopbaangerichte opleidingen. In het schooljaar 2020-2021 zien we het gebruik van opleidingscheques met 37% dalen t.o.v. het vorige schooljaar: corona (had ongetwijfeld een impact op het inschrijvingsgedrag). In schooljaar 2021-2022 neemt het gebruik weer toe maar minder spectaculair: slechts 6,5% in vergelijking met het vorige coronaschooljaar. Ook opvallend maar niet verrassend: het gemiddelde chequebedrag ligt dan al op 227,7 euro.

De tegemoetkoming vanuit de Vlaamse overheid blijft al die jaren op 50% van de opleidingskost met een maximum van 125 euro.

In 2021 wordt nog slechts een budget van € 2.780.000 voorzien voor de uitgaven van de opleidingscheques. Voor 2022 is dat nog lager, met een prognose van € 2.068.000. Voor een incentive die het levenslang leren (vooral bij kort- en middengeschoolden) wil stimuleren door een belangrijke financiële drempel te verkleinen, eigenlijk een zeer klein bedrag. Ter herinnering: in 2008 gaf de Vlaamse regering aan de opleidingscheques-maatregel 35.675.630 euro uit. Meer dan 17 keer het bedrag vandaag.

Een stille dood?

Het valt te vrezen dat de opleidingscheques een stille dood zullen sterven. De instellingen waarvoor vandaag de meeste opleidingscheques worden aangekocht zijn de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO), het hoger onderwijs (25%) en Syntra (11%). De CVO’s innen 55% van de opleidingscheques, ondanks een tarief van 1,50 euro per lesuur, en daar bovenop nog vrijstellingen voor bepaalde cursussen. Feit: slechts 1 op 10 rechthebbende cursisten van het CVO koopt een opleidingscheque.

Bij diegenen die een hoger-onderwijsopleiding volgen, ligt het percentage van studenten die een opleidingscheque aankopen duidelijk hoger. Een vierde van het gekende aantal werkende studenten koopt een opleidingscheque en dit is geen klein detail: meestal voor het maximum bedrag van 500 euro.

In 2008 gaf de Vlaamse regering aan de opleidingscheques-maatregel 35.675.630 euro uit. Meer dan 17 keer het bedrag vandaag.

In het laatste jaarrapport over de Vlaamse opleidingsincentives concludeert men uit deze gegevens nogal vlotjes dat het inschrijvingsgeld geen drempel lijkt te vormen voor de gemiddelde cursist. Erger, het sociale prijzenbeleid van de CVO’s én de geringe benuttingsgraad  gebruikt men om de vraag te stellen of de opleidingscheques moeten behouden blijven. Het lijkt de auteurs van het jaarrapport efficiënter om de financiële tegemoetkoming in de inschrijvingsflows van onderwijs en Syntra in te bedden dan opleidingscheques uit te blijven geven.

Nog verontrustender is dat je in hetzelfde jaarrapport kan lezen dat het contract met de uitgiftemaatschappij Edenred ten einde loopt op 31 augustus 2024. Mogelijk zonder verlenging.

Start de reanimatie

Het is dringend tijd om de opleidingscheques te reanimeren. Als het beleid écht wil inzetten op levenslang leren, dan gebeurt dat best niet door de enige opleidingsincentive die vandaag direct inspeelt op de drempel geld, geruisloos te laten opgaan in geldstromen tussen beleidsdomeinen.

Dat kan eerst en vooral door een duidelijk groeipad en voldoende budget te voorzien voor de Vlaamse opleidingsincentives. Als Vlaanderen het meent met levenslang leren, stelt ze de idee van de opleidingscheques en de rechtstreekse financiële tegemoetkoming opnieuw open voor alle werknemers. Daarnaast kan ze haar oprecht engagement tonen door extra in te zetten op flankerend beleid. Dan zorgt ze er voor dat de bekendheid van en de begeleiding naar de maatregel verbetert. Ze vergeet daarbij vooral zij die er het meest nood aan hebben niet: vaak mensen die eerst moeten (over)leven en pas dan ruimte hebben om  opleiding te volgen.

Mogelijk kan de individuele leerrekening die de Vlaamse regering binnenkort plant uit te rollen hier helpen. Die individuele leerrekening zal slechts een goed instrument zijn wanneer deze er voor zorgt dat iedereen, met welke drempel ook (financieel, tijd,  institutioneel, psychologisch), de afstand naar een opleiding kleiner en niet groter ziet worden.

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone