Print Friendly, PDF & Email

Naar eigen zeggen vocht Vlaams Minister-President Jan Jambon als een leeuw om bij de begrotingsopmaak 2023 een sterk ondersteuningspakket voor bedrijven en gezinnen te koppelen aan een verantwoord begrotingsbeleid. Na analyse van de voorgestelde maatregelen blijkt dat toch vooral het begrotingsevenwicht doorslaggevend is geweest. De winst wordt opgepot, ondanks het mantra dat zo’n spaarpot nodig is voor moeilijke tijden.

Afgelopen week hing er in de politieke wereld een ‘parfum de crise’ in de lucht. Niet in de Wetstraat, maar op het Martelarenplein deze keer. De Vlaamse regering raakte het niet eens over de begroting voor volgend jaar, en de blokkeringen, verwensingen en beledigingen tussen coalitiepartners waren niet van de lucht. Na een rumoerige week binnen de Vlaamse regering, kwam er op donderdag 29 september dan toch een septemberakkoord tot stand. CD&V staakte haar ‘krachtdadig’ verzet en plooide voor het voorstel dat eigenlijk al een kleine week op tafel lag. Omdat ze naar eigen zeggen de Vlaming niet in de steek wilden laten.

Je mag dan verwachten dat die Vlaming aan dat akkoord ook echt iets zal hebben. Want voor vele gezinnen, organisaties en bedrijven ziet het er door de hoog oplopende energiekosten niet goed uit.

En ja hoor, met hoorbare fierheid verkondigde M-P Jambon dat zijn Vlaamse regering een pakket van 4 miljard euro – 4 MILJARD – had vrijgemaakt om de Vlaming te ondersteunen. Wanneer je daar ook het miljard euro voor leningen en waarborgen aan bedrijven bijtelt, kom je zelfs aan vijf miljard euro. 5 MILJARD!

Mooi, denk je dan. Knap werk. Tot je die triomfantelijke cijfers iets beter onder de loep neemt. Een overzicht.

Over meerdere jaren uitgesmeerd

De nieuwe middelen waarvan sprake worden niet allemaal voor 2023 voorzien. Meer zelfs: het gros van de uitgaven gebeurt in de jaren ‘24-‘27. Ongeveer 1,6 miljard euro in 2023, de daaropvolgende jaren wordt de rest uitgegeven. Dan wordt zo’n pakket al direct een heel pak minder indrukwekkend. Het is alsof je tegen je kinderen zou zeggen dat ze voor 200 euro nieuwe kleren krijgen, maar dat ze dat bedrag wel over 5 jaar moeten spreiden. De dankbaarheid zou dan wel eens oorverdovend stil kunnen zijn.

Vele middelen eenmalig

Heel wat middelen zijn eenmalig of alleszins beperkt in de tijd. Nieuwe uitgaven die definitief de begroting ‘bezwaren’, bedragen ongeveer 600 miljoen euro op jaarbasis. Het gros van de extra middelen dooft dus  uit. Voor sommige maatregelen kan je daar nog begrip voor opbrengen. Wanneer de energie-factuur over twee jaar hopelijk weer normaal is, moet je daarvoor wellicht geen extra ondersteuning meer voorzien. Maar dan moet je op de momenten dat het wel écht nodig is om de prijsopstoot te verzachten, ook écht voldoende middelen voorzien. En dat gebeurt niet of nauwelijks. Er wordt wel voorzien in steun voor bedrijven die geconfronteerd worden met een grote stijging van hun energierekening, maar een gelijkaardige inspanning voor de gezinnen ontbreekt volledig. Of toch niet volledig. De Vlaamse regering haalt een aantal Vlaamse heffingen uit de energiefactuur, ter waarde van ongeveer 40 euro. Per gezin. Per jaar. Dat doet de maandelijkse energiefactuur dus met 3 euro dalen. Dat is geen bazooka die in stelling wordt gebracht, het is een waterpistooltje waarmee men een bosbrand wil blussen. Bon chance.

Recurrente middelen volstaan niet

Ook de extra middelen die voortaan wel jaarlijks worden ingezet (600 miljoen euro) voldoen niet. De succesvolste en lang beproefde manier om verarming tegen te gaan, is indexatie. Van lonen, uitkeringen en werkingsmiddelen. De federale regering heeft dat begrepen, de Vlaamse heel wat minder.

Met veel gedruis wordt aangekondigd dat de aanvankelijke besparing op het Groeipakket wordt teruggeschroefd: 1% groei wordt opnieuw 2%. De heroïsche strijd van CD&V, weet u wel. Maar dat kan niet verhelen dat bij een inflatie van 10% het Groeipakket voor de gezinnen de facto 8% minder waard wordt. Een extra indexatie van 8% extra zou hier dus evident zijn. Het gebeurt niet.

Minstens zo erg is de situatie bij heel wat welzijnsinstellingen en social-profitbedrijven. Daar werden de werkingsmiddelen al meer dan 10 jaar niet geïndexeerd. Zelfs in tijden dat de inflatie 10% bedraagt, reageert de Vlaamse regering niet op de meer dan terechte eis tot indexatie. Er komt een tijdelijk fonds van 250 miljoen euro om de ergste tijdelijke energie-noden op te vangen (waar ook scholen en gemeenten gebruik van kunnen maken), maar aan de vaststelling dat door de niet indexering van hun werkingsmiddelen ze reeds 30% besparing achter de rug hebben, wordt niks fundamenteels gedaan. Meer zelfs, door de aanhoudende hoge inflatie wordt deze besparing maand na maand pijnlijker.

Over de extra middelen voor de jobbonus kunnen we kort zijn. De jobbonus werkt niet, en zal ook niet werken met iets meer middelen. Het geld zal vaak naar begoede tweeverdieners gaan waarvan 1 partner parttime werkt, de dagen dat je (tijdelijk) werkloos bent, telt de bonus niet, en voor mensen die het écht nodig hebben, is het bedrag veel te laag. Het is symboolpolitiek.

Inflatiebonus, maar niet voor de burgers

‘Maar 600 miljoen euro recurrente nieuwe middelen is toch niet niks?’, hoor ik u zeggen. Dat klopt, maar daar staat tegenover dat de Vlaamse inkomsten door de inflatie volgend jaar (en de jaren daarna) bij ongewijzigd beleid stijgen met ongeveer 4,9 miljard euro. Tegenover deze extra inkomsten staan uiteraard ook extra uitgaven, van ongeveer 2,8 miljard euro bij ongewijzigd beleid (indexering van de lonen bijvoorbeeld). Met gelijkblijvend beleid ontvangt Vlaanderen de komende jaren elk jaar dus ongeveer 2 miljard euro meer dan dat ze extra moet uitgeven. Dat is de zogenaamde inflatiebonus: de inflatie die ons allemaal armer maakt, maakt de Vlaamse overheid rijker.

Hou dit even in gedachten: de begroting zal er de komende jaren elk jaar ongeveer 2 miljard beter voorstaan dan vandaag, en van die bonus zal Vlaanderen 600 miljoen teruggeven aan de mensen en de bedrijven.

Hou dit even in gedachten: de begroting zal er de komende jaren elk jaar ongeveer 2 miljard beter voorstaan dan vandaag, en van die bonus zal Vlaanderen recurrent 600 miljoen teruggeven aan de mensen en de bedrijven. Je ontvangt – zonder enige persoonlijke verdienste – 2 miljard extra inkomsten, en je geeft daarvan 600 miljoen terug aan de bevolking. De rest wordt bijgehouden. Dat heeft een naam. Ik durf hem niet typen.

Besluit: begroting is heilig, ondersteuning veel minder

De huidige (en vorige) Vlaamse regering heeft steeds het mantra gehuldigd dat een begrotingsevenwicht en een orthodox begrotingsbeleid noodzakelijk zijn om de samenleving en de economie extra te kunnen ondersteunen wanneer het echt nodig is. Maar wanneer er dan een heuse energiecrisis toeslaat, geeft de regering niet thuis. De orthodoxie behoudt de bovenhand, niet het ondersteunen van de samenleving. De Vlaamse begroting verkeert – dankzij de exploderende inflatie – in goede  gezondheid, het aanpakken van de energiecrisis laat zij echter grotendeels aan haar voorbij gaan. Zelfs in 2023 houdt zij meer over van de inflatiebonus dan wat ze uitgeeft. En de jaren erna wordt het alleen maar erger. De middelen zijn er, maar het pad naar een begrotingsevenwicht is belangrijker. De strijd tegen de stijgende levensduurte wordt grotendeels overgelaten aan de burger, de bedrijven, en de federale overheid. Jan Jambon vocht als een leeuw. We willen dat best geloven. Maar dan toch vooral voor het begrotingsevenwicht, het eigen overleven en het overleven van zijn regering. Aan de spaarpot wordt ondertussen niet geraakt.

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone