Print Friendly, PDF & Email

België en Vlaanderen onderschrijven het recht op een behoorlijke huisvesting voor iedereen, maar slagen er niet in om dit te garanderen. Al jaren woedt er in Vlaanderen een wooncrisis. De resultaten uit de woonsurvey 2018 liegen er niet om: het aanbod sociale woningen is nog steeds mager, 1 op 5 Vlaamse huishoudens kampt met betaalbaarheidsproblemen en 17% van de private huurders woont in een woning van zeer slechte kwaliteit. De kwetsbare huishoudens worden het hardste getroffen. 25 middenveldorganisaties waaronder Vlaams ABVV en 40 academici vragen met ‘de Woonzaak’ om werk te maken van een rechtvaardiger woonbeleid. Zij ondertekenden deze opinie.

Wonen is een mensenrecht. Toch wonen heel wat mensen in Vlaanderen in zeer precaire omstandigheden. Door de ellenlange wachtlijsten voor een sociale woning komen veel kwetsbare mensen terecht op het onderste segment van de private huursector. Daar spelen grote problemen op het vlak van hoge huurprijzen, oplopende energiekosten, ondermaatse woonkwaliteit en onzekere huurcontracten. Sommigen maken minder kans op een woning door discriminatie. In het ergste geval belanden mensen in een situatie van dak- en thuisloosheid.. Ze slapen de ene keer in de nachtopvang en de andere keer bij vrienden op de sofa.

Ons woonprobleem

Het woonbeleid in Vlaanderen boekt nauwelijks vooruitgang. Nochtans komen wetenschappelijk onderzoek, middenveld en de Vlaamse Woonraad tot dezelfde conclusie: er is een wooncrisis aan de gang. De wooncrisis is geen nieuws, maar daarom niet minder zorgwekkend. De oorzaak ligt bij fundamentele systeemfouten in ons woonbeleid. Onze overheid heeft altijd al buitenproportioneel in eigendomsverwerving geïnvesteerd. Er gaat jaarlijks 1,65 miljard naar de woonbonus. Die komt vaak terecht bij mensen die zich al een woning kunnen veroorloven. De woonbonus drijft de woningprijzen kunstmatig op en verdeelt omgekeerd. Van arm naar rijker. En dat terwijl de huurmarkt amper subsidies ontvangt.

Het woonbeleid in Vlaanderen boekt nauwelijks vooruitgang. Nochtans komen wetenschappelijk onderzoek, middenveld en de Vlaamse Woonraad tot dezelfde conclusie: er is een wooncrisis aan de gang.

Dat resulteert in beschamende cijfers, maar vooral schrijnende omstandigheden. We weten dat 240.000 private huurders in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Meer dan de helft daarvan staat ook effectief op een wachtlijst. 260.000 private huurders wonen in een pand dat niet aan de minimale kwaliteitseisen voldoet. De elektriciteit is niet in orde, er zijn vochtproblemen of er kan niet goed verwarmd worden. De helft van alle private huurders betaalt meer dan één derde van het inkomen aan huur. Bijna een derde houdt na het betalen van de huur zelfs te weinig over om menswaardig te leven.

Naar oplossingen

Het onderste segment van de private huursector biedt overduidelijk onvoldoende menswaardige woonoplossingen. Nochtans weten we wat te doen. We moeten die eigendomsondersteunende middelen verschuiven richting sociale huurmarkt, en op korte tot middellange termijn tot een verdubbeling van het aantal sociale huurwoningen komen. Sociale huurwoningen zijn het meest robuuste systeem om het recht op wonen te garanderen. Een voldoende grote sociale huurmarkt heeft trouwens ook een positief effect op een oververhitte private huurmarkt waar er veel meer kandidaat-huurders dan woningen zijn.

Maar ook die private huurmarkt kan je niet aan zijn lot overlaten. Pak discriminatie aan met praktijktesten om een eerlijke toegang te garanderen. Veralgemeen de huursubsidie en stimuleer kwaliteitsverbetering. Breid de werking van sociale verhuurkantoren uit en zoek manieren om verhuurders te ondersteunen en te stimuleren om hun pand betaalbaar op de huurmarkt te brengen. Het is maar een greep aan concrete acties die bijdragen aan een veel rechtvaardiger woonbeleid.

Europees Sociaal Handvest

België en Vlaanderen onderschrijven wel degelijk het recht op een behoorlijke huisvesting voor iedereen. Het recht op wonen staat in de Grondwet en in de Vlaamse Wooncode. België onderschreef ook het Europees Sociaal Handvest, waarvan de handhaving in de handen van het Europees Comité voor Sociale Rechten ligt. Zowel Frankrijk als Nederland werden reeds veroordeeld omwille van hun gebrekkig woonbeleid.

België en Vlaanderen onderschrijven wel degelijk het recht op een behoorlijke huisvesting voor iedereen. Het recht op wonen staat in de Grondwet en in de Vlaamse Wooncode.

Tal van organisaties en juridische en thematische experten zijn ervan overtuigd dat het Europees Comité voor Sociale Rechten zich ook zou uitspreken voor een fundamenteler en rechtvaardiger woonbeleid in België.

Woonzaak

Wij willen het echter liever niet zover laten komen. Integendeel, we willen de hand reiken naar alle beleidsmakers die zich engageren om het recht op wonen effectief voor iedereen in de praktijk te brengen. Of die hand wordt aangenomen zullen we moeten lezen in het volgende Vlaams en federaal regeerakkoord. We verwachten een beleid dat inzet op duurzame eigendomsverwerving, een volwaardige private huurmarkt en een veel ruimere sociale huurmarkt. Stellen we vast dat dit niet of onvoldoende het geval is, dan zullen we op onze beurt ook voor België een procedure opstarten bij het ECSR en ziet “De Woonzaak” het levenslicht.

Volgende organisaties ondersteunen de uitgangspunten en missieverklaring van “De Woonzaak”:

ATD Vierde Wereld; Beweging.net; Bond Beter Leefmilieu; Bond zonder Naam; Caritas Vlaanderen; CAW groep; Decenniumdoelen; Feantsa; Hart boven Hard; Vzw Jong; Kras Jeugdwerk; Liga voor Mensenrechten; Minderhedenforum; Netwerk tegen Armoede; Orbit; SAM Steunpunt Mens en Samenleving; Samenhuizen vzw; Samenlevingsopbouw; Socialistische Mutualiteit; SOM; Vlaams ABVV; De Vlaamse Huurdersbonden; Vlaams Huurdersplatform; Vluchtelingenwerk Vlaanderen; VIVAS; Vredesactie; Vrouwenraad; Welzijnszorg

Volgende academici ondersteunen de uitgangspunten en missieverklaring van “De Woonzaak”:

Nele AERNOUTS (VUB); Laurens BRUSSELMANS (UGent); Jill COENE (Universiteit Antwerpen); Eric CORIJN (VUB); Thomas DAWANCE (VUB); Maria DE BIE (UGent); Pascal DE DECKER (KU Leuven); Anika DEPRAETERE (HoGent); Sven De VISSCHER (HoGent); Caroline DEWILDE (Universiteit Tilburg); Marjolijn DE WILDE (Universiteit Antwerpen); Dirk GELDOF (Universiteit Antwerpen); Luc GOOSSENS (Universiteit Antwerpen); Koen HERMANS (KU Leuven); Bernard HUBEAU (Universiteit Antwerpen); Eric LANCKSWEERDT (UHasselt); Maarten LOOPMANS (KU Leuven); Dirk LUYTEN (Odisee Hogeschool); Albert MARTENS (KU Leuven); Bruno MEEUS (Université de Fribourg); Caroline NEWTON (KU Leuven); Tess PENNE (Universiteit Antwerpen); Lore ROBEYNS (Odisee Hogeschool); Griet ROETS (UGent), Michaël RYCKEWAERT (VUB); Elise SCHILLEBEECKX (KU Leuven); Nick SCHUERMANS (VUB); An-Sofie SMETCOREN (VUB); Bart VAN BOUCHAUTE (Arteveldehogeschool); Koen VAN DAMME (HoGent); Michel VANDENBROECK (UGent); Pieter VAN DEN BROECK (KU Leuven); Lieve VANDERSTRAETEN (VUB); Josefine VANHILLE (Universiteit Antwerpen); Floor VERHAEGHE (UGent); Pieter-Paul VERHAEGHE (VUB); Diederik VERMEIR (Universiteit Antwerpen); Jana VERSTRAETE (KU Leuven); Annick VERSTRAETE (HoGent); Emma VOLCKAERT (KU Leuven); Hendrik VOS (UGent); Babette WYCKAERT (KU Leuven)

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone