De Vlaamse arbeidsmarkt is de afgelopen jaren zeer krap geworden. Dat leidt tot een heel negatieve kijk op werkzoekenden, die individueel verantwoordelijk geacht worden voor het feit dat ze geen werk hebben. Want er zijn toch jobs genoeg?
Bijgevolg kijkt de politiek steeds meer naar een ingrijpen in de duur van de periode waarin mensen recht hebben op een werkloosheidsuitkering.
In dat debat komen 3 argumenten vaak naar voren: het zou helpen om mensen sneller naar werk te begeleiden, het zou het draagvlak voor de sociale zekerheid versterken, en het zou werk ‘aantrekkelijker’ maken.
Vorige keer gingen we in op de eerste mythe. Deze keer bekijken we de andere twee én staan we stil bij welke alternatieve oplossingen er volgens ons wel soelaas bieden.
Uitkeringen beperken in de tijd geeft draagvlak voor sociale zekerheid?
Voorstanders van de beperking in de tijd van de werkloosheid wijzen er op dat dit noodzakelijk is om het systeem te blijven rechtvaardigen. Legislatuur na legislatuur worden er ‘activeringsmaatregelen’ genomen om mensen sneller aan het werk te krijgen. Soms vanuit een ondersteunende visie maar steeds vaker met “de stok”. Denk aan de verhoogde degressiviteit van de uitkering, waardoor deze sneller daalt, het invoeren van de gemeenschapsdienst,… Het sociale zekerheidsstelsel wordt steeds disciplinerend ingevuld met een inhoudelijke verschuiving waarmee de klemtoon louter en alleen nog op plichten komt te liggen.
Bovendien wordt dat niet onder de waterlijn gedaan maar wordt hierover door politici graag sterk gecommuniceerd. Denk maar aan het belang van het steeds terugkerende persbericht over hoeveel werkzoekenden wel niet gesanctioneerd worden in Vlaanderen. Om draagvlak te vinden, redeneren politici, is het van belang dat er een sterk handhavingsbeleid is zodat ‘profiteurs’ kordaat worden aangepakt. Niet zelden worden er voorbeelden aangekaart van iemand die wel iemand kent die al x-aantal jaar van een uitkering leeft en weigert te werken of die wél in het ‘zwart’ kan werken. Deze cases worden echter zelden gefactcheckt. Als we kijken naar de sanctioneringscijfers valt ook op dat slechts een zeer kleine minderheid nl. 2% van de langdurig werkzoekenden in formele opvolging zit.
Uit een grootschalig Brits onderzoek naar de impact van discours over werkzoekenden blijkt dat het negatief framen van werkzoekenden als ‘profiteurs’, het benadrukken van de plichten en een sterk handhavingsprocedure net het draagvlak van sociale zekerheid doet afkalven. Eerst verscherpt het discours van politici en nadien volgt de publieke opinie. En dus niet omgekeerd.
Positief is dat hieruit ook het volgende kan blijken: een positief discours van beleidsmakers ten aanzien van werkzoekenden en begeleidende maatregelen in plaats van louter disciplinerende, kan het draagvlak voor een sterke sociale zekerheid net aanwakkeren.
Eerst verscherpt het discours van politici en nadien volgt de publieke opinie. En dus niet omgekeerd.
Een tweede element dat het draagvlak voor de sociale zekerheid kan vergroten is: het versterken van de sociale zekerheid. Als het beleid ervoor zorgt dat de sociale zekerheid doet wat ze belooft te doen vergroot je het draagvlak om eraan bij te dragen. En dat is: financiële zekerheid creëren en ondersteuning en begeleiding bieden om toe te leiden naar werk. Maar daar slaagt ze vandaag dus onvoldoende in. Zoals in vorige blog gesteld: 1 op 2 werkzoekenden leeft vandaag in armoede. Bovendien blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Antwerpen dat 73% géén aanbod krijgt van VDAB in de eerste 11maanden nadat ze langdurig werkzoekend worden. Waarom zouden mensen bijdragen aan een systeem dat niet oplevert wat ze beoogt te doen? De beperking van de werkloosheid druist regelrecht in tegen de ontstaansreden van de werkloosheidsreglementering: nl. een vervangingsinkomen verzekeren en ondersteuning bieden om naar werk toe te leiden zolang een job afwezig blijft. Hoe kan je mensen overtuigen van het nut van zulk systeem als je er maar ‘even’ gebruik van kan maken terwijl je er, in vele gevallen, decennialang toe hebt bijgedragen en steeds aan je verplichtingen hebt voldaan?
Uitkeringen beperken in de tijd om werk aantrekkelijker te maken?
Vorige keer hebben we al uitvoerig besproken dat negatieve financiële prikkels niet werken en dat uitkeringen niet genereus zijn. Zeker niet wanneer je die afzet tegenover de armoedegrens. Toch kunnen politici het niet nalaten te beweren dat uitkeringen te genereus zijn en dat werken meer moet lonen. In vorige publicaties heeft het ABVV al aangetoond dat het verschil tussen een werkloosheidsuitkering en een minimumloon bijna altijd meer dan 500 euro netto per maand is. De uitkering is dus geen ‘luxe hangmat’. Bovendien “moeten we de uitkeringen niet afzetten tegen lonen, maar tegen de armoedegrens”, stipt Raf De Weerdt, federaal ABVV secretaris, aan. De maatstaf waaraan de werkloosheidsuitkeringen moeten afgewogen worden is niet het mogelijks te beperkte loon dat men zou kunnen verwerven, maar de mate waarin iemand een menswaardig bestaan kan hebben met deze uitkering. De maatstaf die daarvoor gehanteerd wordt is de armoedegrens. Onze uitkeringen scoren daar ruim onder.
Ook een recent Viona-onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Antwerpen kwam tot de vaststelling dat slechts in uitzonderlijke situaties, uitkeringen financieel voordeliger zijn dan te werken. Maar voltijds aan de slag gaan is steeds voordeliger.
De uitkering is dus geen ‘luxe hangmat’. Bovendien “moeten we de uitkeringen niet afzetten tegen lonen, maar tegen de armoedegrens.
Bovendien zien we dat een beperking in de tijd, werken net minder aantrekkelijk zal maken. Dit doordat de incentive bij werkgevers om te werken aan de arbeids- en loonvoorwaarden wegvalt. Als je werkzoekenden nu eenmaal met hun rug tegen de muur zet zullen deze ook slechtere loons- en arbeidsvoorwaarden aanvaarden. Maar wat ben je met werk als je er niet van kan leven?
Als je mensen quasi dwingt om eender welke job aan te nemen neem je elke incentive weg bij werkgevers om te werken aan de loons- en arbeidsvoorwaarden.
Een beperking in de tijd heeft niets te maken met het aantrekkelijker maken van werk, wel het afnemen van keuzes van werkzoekenden en dat werkt ook in het nadeel van werknemers. Want als de sociale zekerheid er niet in slaagt om mensen in waardigheid naar werk te laten zoeken zal een werknemer er alles aan doen om de job te behouden. Of die nu aansluit bij je competenties, je voldoende betaalt en zekerheid biedt, dat maakt dan minder uit. Als je mensen quasi dwingt om eender welke job aan te nemen neem je elke incentive weg bij werkgevers om te werken aan de loons- en arbeidsvoorwaarden. Dit zet vervolgens een enorme druk op de onderhandelingsruimte voor werknemers en werkzoekenden om kwaliteitsvol werk te krijgen met slechte arbeids- en loonsvoorwaarden tot gevolg.
Het kan anders: wat werkt er wel?
De beperking in de werkloosheid van de tijd heeft, zoals we hierboven aantonen, niets te maken met mensen sneller te laten uitstromen naar werk, Onderzoek genoeg die het tegengesteld effect aantoont en voornamelijk leidt tot het bestraffen van mensen die werkzoekend zijn. Als de doelstelling is uitstroom naar werk te verhogen, werk aantrekkelijker maken en het draagvlak en vertrouwen in sociale zekerheid te verstevigen, moeten er andere keuzes worden gemaakt. Gelukkig is er ook genoeg literatuur over wat dan wel werkt.
Meer begeleiding en competentieversterking
Het begint bij een activeringsbeleid dat inzet op begeleiding en ondersteuning door middel van o.a jobhunting en competentieversterkende acties in plaats van de focus te leggen op sancties. De kerntaak van de bemiddeling moet opgevat worden in de ruime zin en dus ook inzetten op werken rond randproblematieken zoals huisvesting, welzijnsproblematieken,…
De voltijdse beroepsopleidingen zijn de meest efficiënte maatregel in termen van terugkeer naar werk in België: meer dan 54% van de werkzoekenden is uitgestroomd naar werk na 12 maanden.
Los van het gegeven dat er vandaag voor sommige groepen werklozen onvoldoende jobs zijn, zijn er heel wat drempels die die werkzoekenden ervaren: discriminatie, taal, competentiemismatch, … enkel een goede begeleiding kan dit remediëren. En inzetten op competentieversterking werkt: De voltijdse beroepsopleidingen zijn de meest efficiënte maatregel in termen van terugkeer naar werk in België: meer dan 54% van de werkzoekenden is uitgestroomd naar werk na 12 maanden. Als het een knelpuntopleiding betrof gaat het over 70%. De opleidingen die gericht zijn op knelpuntberoepen hebben een bijzonder hoog rendement van terugkeer naar werk en lijken een goed doorgeefluik te vormen tussen werkzoekenden en werkgevers die op zoek zijn naar geschoolde kandidaten.
Inzetten op flankerend beleid
Een vaak terugkerend probleem is het gebrek aan kinderopvang, mobiliteitsarmoede, huisvestiging. Een geïntegreerd beleid is noodzakelijk zodat overal de drempels tot de arbeidsmarkt worden verlaagd. Daarom moet er worden afgestapt van de voorrangsregels bij kinderopvang en sociale huisvesting. De inzet op meer openbaar vervoer door de nieuwe Vlaamse regering is daarin positief. Maar zelfs voor ouders die werken is het al moeilijk om nabije kinderopvang te vinden, laat staan als je als werkzoekende overal achteraan in de rij moet aansluiten op de wachtlijst.
Zelfs voor ouders die werken is het al moeilijk om nabije kinderopvang te vinden, laat staan als je als werkzoekende overal achteraan in de rij moet aansluiten op de wachtlijst
En pak de armoede bij de uitkeringsstelsel aan. Alle sociale minima moeten worden opgetrokken tot boven de armoederisicodrempel. Het verhogen van de uitkering zorgt ervoor dat mensen niet in continue stress zitten en moeten kiezen tussen een bus ticket voor een sollicitatie en een boterham. De voorstellen die vandaag op de federale onderhandelingstafel liggen zullen de armoede bij mensen die van een uitkering moeten leven versterken. Dit vreet het draagvlak aan voor de sociale zekerheid en leidt ertoe dat de zoektocht naar werk wordt bemoeilijkt.
Responsabiliseer de werkgevers
Werkzoekenden worden consequent geresponsabiliseerd. Maar in een arbeidsmarkt zijn er twee zijden: vraag en aanbod. De Vlaamse overheid heeft de verantwoordelijkheid om beide zijden met elkaar te verzoenen en dat kan niet zonder ook de werkgevers te responsabiliseren. Werkzoekenden beslissen immers niet zelf of ze worden aangenomen. Werkgevers wel. Discriminatie komt nog te vaak voor. De inzet op praktijktesten in het nieuwe regeerakkoord is een stap vooruit. Belangrijk is dat er een kordaat handhavingsbeleid is voor hardleerse werkgevers. Dit kan o.a door de extra sociale inspecteurs in te zetten in het opsporen en vervolgen van discriminatie.
Vlaanderen kan gebruik maken van haar eigen uitbestedingen en het Vlaamse investeringsbeleid door in te inzetten op jobcreatie, ook voor de meest kwetsbare groepen via sociale clausules.
Vlaanderen kan gebruik maken van haar eigen uitbestedingen en het Vlaamse investeringsbeleid.
Daarnaast moet er federaal worden ingezet op het versterken van responsabiliseringsmechanismen met betrekking tot het gebruik van precaire en flexibele werkvormen (flexi-jobs, uitzendarbeid, deeleconomie, enz.). En het realiseren van betere arbeidsvoorwaarden, stabiele en zekere contracten en hogere brutolonen.
Realiseer een werkgarantie
Niet iedereen kan aan de slag in de reguliere economie. Met het groeipad in de sociale economie worden extra jobs op maat gecreëerd voor diegene met de indicering collectief maatwerk. Maar ook daarnaast is er nood aan aangepast werk. Daarom pleitten we voor de creatie van ‘Zones zonder Langdurige werkloosheid’ naar het Frans idee. Hier gaat het lokale bestuur, samen met de sociale partners, de tewerkstellingsdienst en het middenveld samen werken om de competenties van werkzoekenden in kaart te brengen en dit te verbinden aan noden die niet ingevuld worden door de private sector. Zo worden jobs op maat van de werkzoekende en de buurt gecreëerd. Het vertrekt vanuit vrijwilligheid en het gaat om volwaardige contracten met begeleiding en opleiding op de werkvloer. Bovendien is het systeem financieel rendabel vanaf de start en brengt de investering drie keer meer op dan ze in het begin kost. Zowel voor de werkzoekende, de samenleving en de onderneming is het een win-win.
Door mensen te begeleiden naar werk en te investeren in het creëren van werkbaar en kwaliteitsvol werk kan je werkloosheid effectief stoppen. Het niet doen zou zot zijn en politiek onverantwoord.
Loopbaanadvies
De ABVV loopbaanconsulenten helpen je met je vragen over opleiding, solliciteren, jobs en arbeidsmarkt. Ze kennen alle opleidings- en arbeidsmarktmaatregelen en maken je wegwijs in je loopbaankeuzes. Iedereen kan terecht bij het ABVV voor een gratis loopbaanadviesgesprek. Je kan terecht bij de ABVV loopbaanconsulenten met al je vragen over
Zij informeren je uitgebreid. Zij ondersteunen je bij de volgende stap in je loopbaan. Ze helpen je verschillende loopbaanopties af te wegen op basis van correcte informatie. Een gesprek kan in onze kantoren, via videochat of via een telefonisch adviesgesprek. De ABVV loopbaanconsulenten zitten verspreid in gans Vlaanderen in de lokale kantoren. Heb je zelf een loopbaanvraag? Kijk dan op deze pagina voor een consulent in jouw buurt. |
Opmerkingen over werkloosheid. Je hoort ze op straat, leest ze in de krant, ziet ze op sociale media. Ze komen van mensen die je niet kent, maar ook van vrienden en soms zelfs familie. Vaak zijn ze niet vriendelijk. Sympathiek is dat niet. Maar nog vaker gebeuren ze zonder kennis van zaken.
Daarom maakten we dit boekje. Omdat veel van de ideeën over werkloosheid gewoon niet juist zijn. Of omdat veel mensen die commentaar niet zouden geven, als ze erover nadenken. Dit boekje is voor jou en iedereen die te maken krijgt met domme commentaar op werkloosheid. We vertellen waarom het niet juist is en wat je kan zeggen als reactie. Zo verminderen we samen de foute opmerkingen. Voor jou, maar ook voor anderen.
Caro Van der Schueren schreef dit artikel samen met Hugues Ghenne (Juridisch adviseur op de federale studiedienst ABVV over de werkloosheidsreglementering). Want samenwerken werkt!