Print Friendly, PDF & Email

 

  • We zijn overwerkt. Net geen 1 op 2 werknemers heeft vandaag een werkbare job in Vlaanderen.
  • We vallen massaal uit. De groep van langdurig zieken wordt alsmaar groter.
  • We kunnen minder doen met ons loon. 93.000 werknemers in Vlaanderen leven in armoede. Nog eens 189.000 werkende Vlamingen hebben een levenstandaard die niet ver boven de armoedegrens ligt.
  • In Vlaanderen zijn meer dan 100.000 personen, dat is meer dan 1 op 2 van de werkzoekenden, al langer dan 1 jaar op zoek naar een job. Het hoogste aandeel in de werkloosheid in 20 jaar.

De uitdagingen zijn groot maar ook niet nieuw. Corona heeft dit enkel versterkt. Vraag is of het huidige Vlaamse beleid daarop is afgestemd. Wordt er een alternatief geboden voor werkende armoede of ziekmakende jobs? En welk perspectief wordt er gegeven aan al die langdurig werklozen? We pluizen het voor u uit.

1. De jobbonus: een cadeau dat rammelt

De jobbonus is een paradepaartje van de huidige regering. De jobbonus moet werken lonender maken voor werknemers met een laag loon. De uitwerking had heel wat voeten in de aarde maar ze is er eindelijk. De jobbonus ziet er zo uit: elke loontrekkende die voltijds werkt en maximaal een brutoloon verdient van 1800€ krijgt 50€ per maand. Als je deeltijds werkt of je hebt maar een aantal maanden gewerkt dan wordt je jobbonus daarop afgestemd. Verdien je meer dan 1800€ maar minder dan 2500€ per maand dan wordt de premie uitgefaseerd. Ben je naast loontrekkende ook zelfstandige in bijberoep, dan wordt je inkomen vanuit je zelfstandige activiteit niet meegerekend. De eerste betaling van de premie is gepland voor midden 2022.

Er duiken al snel problemen op (waar we overigens eerder al voor waarschuwden):

  • Om de premie uit te reiken moet een nieuw systeem worden opgezet binnen de Vlaamse administratie; Bovendien moet je deze zelf aanvragen want de Vlaamse regering beschikt niet over de nodige gegevens om dit automatisch te doen. Een duur en inefficiënt systeem waarbij de non-take up aanzienlijk zal zijn.

De jobbonus creëert ook ongelijkheden. Enkel Vlamingen zullen deze ontvangen waardoor jouw Brusselse of Waalse collega’s in hetzelfde bedrijf kunnen fluiten naar de premie. Bizar, en de reden waarom een vergelijkbare maatregel in het verleden door de rechtbank werd teruggefloten.

  • Door de onrechtvaardigheid dat zelfstandigen in bijberoep hun inkomen niet moeten aangeven zullen er loontrekkenden zijn met een zelfstandigen-inkomen die meer dan 2500€ per maand verdienen maar toch een extraatje krijgen tov van loontrekkenden die niet zelfstandig zijn in bijberoep.
  • De Vlaamse regering zal periodes van tijdelijke werkloosheid niet meenemen in de berekening voor de jobbonus. Hierdoor zal een groot aantal van diegene die in aanmerking komen voor de jobbonus slechts een gedeeltelijke jobbonus ontvangen voor het jaar 2021. Dat is wrang, want uit een studie van de Nationale Bank (december 2021) blijkt dat een groter aandeel van huishoudens met een laag inkomen getroffen werd door tijdelijke werkloosheid. De sectoren die het hardst zijn getroffen door de crisis zijn veelal sectoren met lage lonen zoals de kunstensector, entertainment, horeca en accommodatie, toerisme en non-food detailhandel. In maart 2021 zat maar liefst 1 op 2 van het personeel in de horecasector op tijdelijke werkloosheid. Het gemiddeld loon van een kelner of barpersoneel: 2.372€ per maand. Ook de kappers en schoonheidsspecialisten, die tot midden februari verplicht gesloten waren, zien hun recht op een volledige jobbonus door hun handen glippen. Hun gemiddeld maandloon: 2.379€ per maand.

Werkende armen verdienen meer dan een inefficiënte en juridisch onzekere maatregel die niet afgestemd is op hun noden. Het sociaal karakter van de jobbonus is ver zoek als ze niet diegenen bereiken die, zeker in een periode van economische crisis, elke hulp kunnen gebruiken om het hoofd boven water te houden. Het is nochtans niet onmogelijk om hen te ondersteunen. Een heroriënteren van het budget van de jobbonus, maar liefst 180 miljoen euro, zou kunnen gaan naar een verdubbeling van de sociale toeslagen in het groeipakket. Een structurele maatregel die juridisch perfect kan en rechtstreeks terecht komt bij diegenen die er nood aan hebben.

2. Een geactualiseerd actieplan werkbaar werk

De minister actualiseerde dit jaar het actieplan werkbaar werk. Het actieplan werkbaar werk werd in 2018 ondertekend door de minister met de sociale partners. Het Vlaams ABVV ondertekende niet: het plan bevatte immers geen structurele maatregelen en financiering waardoor er met dat plan geen enkele werknemer een werkbaardere job zou krijgen. Dat werd ook bevestigd met de werkbaarheidsmonitor uitgevoerd in 2019 die dalende cijfers optekende. In 2019 bleek dat slechts een kleine helft van de Vlaamse werknemers een werkbare job heeft. De werkbaarheid van jobs in Vlaanderen komt steeds meer onder druk te staan. De werkdruk was in sommige sectoren als de zorgsector al torenhoog. De coronacrisis kwam daar nog eens bovenop.

Tijd voor een update. Een vernieuwd actieplan blijft voorlopig uit. Dat er alvast geen middelen voor ingeschreven zijn in de begroting belooft weinig goeds

Zolang er geen deftig werk wordt gemaakt van structurele maatregelen met voldoende financiering zal er geen einde worden gesteld aan de hoeveelheid slopende jobs. De groep langdurig zieken zal dus enkel blijven toenemen.

3. Wordt er dan wel iets gedaan voor al die langdurig werklozen?

Het aandeel van langdurig werklozen in het geheel van de werklozenpopulatie is de afgelopen 20 jaar nog nooit zo hoog geweest.

Het aandeel ouderen die in de werkloosheid terecht komen stijgt ook. Eind februari 2002 was 8% van de werkzoekenden 50 jaar of ouder, negentien jaar later is dit aandeel gestegen tot 31%. Hun stijging in de werkloosheid is vooral opvallend in de cijfers van de langdurige werkloosheid. In 2002 was het aandeel langdurig werkzoekenden bij de 50-plussers 34%, negentien jaar later is dat meer dan verdubbeld tot 73%.

Ook zijn bijna 1 op 2 van de langdurig werkzoekenden kortgeschoold. De evolutie naar een diensten- en kenniseconomie, toenemende globalisering en technologische ontwikkeling vragen meer en meer hoger opgeleiden. kortgeschoolden hebben het steeds moeilijker een kwalitatieve job te vinden of te behouden.

Voor ouderen liggen de drempels op een ander vlak. De uitstroom naar werk uit de werkloosheid voor 55+ bedraagt 2.4% (Steunpunt Werk). Discriminatie op basis van leeftijd is een van de hardnekkigste discriminaties. Is het bovendien realistisch om van een 55+ die net ontslagen is en decennialang dezelfde job heeft uitgeoefend te verwachten dat hij of zij zich in sneltempo gaat herscholen? En dat zonder garantie op aanwerving.

Is het realistisch om de ouderen en kortgeschoolden allemaal op te leiden tot pakweg zorgkundigen? En wat met diegenen voor wie dat niet zal lukken en niet realistisch is? Falen zij en verspelen zij hun recht op hulp vanuit de overheid?

Er is nood aan aangepaste methodieken, gespecialiseerde kennis, capaciteit en inzicht in de uitsluitingsmechanismen die op de Vlaamse arbeidsmarkt spelen. De Vlaamse regering bouwde eerder al de gespecialiseerde dienstverlening voor ouderen af. VDAB slaagt er ook steeds minder in om mensen toe te leiden naar opleidingen. Een gevolg van onder andere besparingen op het aantal VDAB-instructeurs. Deze cocktail van afslankingen zorgt ervoor dat de arbeidsbemiddelingsdienst haar toevlucht zoekt in digitalisering en het uitbesteden van haar dienstverlening. Ontwikkelingen die er voor zorgen dat ouderen en kortgeschoolden door de mazen van het net vallen en niet de dienstverlening krijgen waar ze nood aan hebben.

Ook de beloofde hervorming van de doelgroepkortingen om deze te heroriënteren naar doelgroepen met de verste afstand tot de arbeidsmarkt is nog steeds niet rond. De vorige legislatuur koos ervoor om niet langer doelgroepkortingen toe te kennen op basis van de werkloosheidsduur. Een evaluatie, uitgevoerd door het onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, concludeerde dat door de afschaffing de uitstroom naar werk van langdurig werkzoekenden daalde met 1.5 procentpunten.

De nood van langdurig werkzoekenden om aangepaste begeleiding en opleiding te krijgen valt in dovemansoren bij het beleid. Volgens minister van Werk Hilde Crevits krijgen de langdurig werkzoekenden al genoeg. Ze ontbreken echter de juiste mindset. “Ze moeten het allemaal wel ‘willen’, zei de minister na een bezoek aan Denemarken.

Haar antwoord is tweevoudig:

Snellere en strengere sancties enerzijds en de verplichte gemeenschapsdienst anderzijds. Wie meer dan twee jaar werkloos is zal vanaf 2023 immers verplicht worden om in de gemeente waar je woont gemeenschapsdienst te doen. Gemeenschapsdienst kan o.a het uitdelen van soep in scholen zijn of ondersteuning bieden in vaccinatiecentra. Zaken die via vrijwilligerswerk of wijkwerken vandaag eigenlijk al door langdurig werkzoekenden worden uitgevoerd, maar dan zonder het verplicht karakter Voor hun ‘diensten’ zou de werkloze 1.30 euro per uur ontvangen bovenop de werkloosheidsuitkering..

Het profiel van langdurig werkzoekenden hierboven beschreven maakt echter duidelijk dat zij te maken krijgen met heel wat uitsluitingsmechanismen en drempels op de arbeidsmarkt. Het is daar dat je op moet inspelen als je langdurige werkloosheid wil uitroeien. Een zweepslag biedt geen enkele garantie op een opstap naar een kwalitatieve job. Bovendien bestaat het risico dat hiermee ook reguliere jobs verdwijnen omdat die kunnen ingevuld worden door onbetaalde werklozen.

Wat dan wel?

Liever dan die structurele knelpunten op onze arbeidsmarkt aan te pakken en werkenden armen, langdurig zieken en werkzoekenden echt perspectief te geven, vervallen onze beleidsmakers in stigmatisering en het demoniseren van werkzoekenden of langdurig zieken. Liever dan het falen van de bestaande of ingevoerde beleidsinstrumenten te erkennen, schuiven ze de schuld door. Maar wie treft schuld als je uitvalt door een torenhoge werkdruk, je ondanks je job niet rondkomt, je niet kan voldoen aan de steeds hogere eisen van de arbeidsmarkt? De keuzes die vandaag gemaakt worden vertrekken van de verkeerde aanname dat er gestraft en geduwd moet worden om mensen op de arbeidsmarkt te krijgen en te houden.

De minister van Werk én de hele Vlaamse regering kunnen ook een andere keuze maken. Die van perspectief. We beginnen met drie simpele suggesties:

  1. Pak de armoede bij werknemers aan: trek mee ten strijde voor hogere brutolonen en sociale toeslagen in het groeipakket in plaats van te investeren in een inefficiënte en ondoeltreffende jobbonus.
  2. Maak komaf met slopende jobs: maak werk van een werkbaarheidsfonds met voldoende financiering. Een fonds beheerd door werkgevers én werknemers om acties te nemen op de werkvloer. Zo kan werk opnieuw bestaanszekerheid bieden.
  3. Maak van de werkloosheid opnieuw een verzekering: investeer in de VDAB en maak gespecialiseerde dienstverlening op maat weer mogelijk. Zo biedt een werkloosheidsuitkering een effectieve verzekering voor de risico’s die de arbeidsmarkt vandaag met zich meebrengt: nl. een flexibele arbeidsmarkt die steeds meer verwacht van haar mensen en zo de mismatch vergroot.
  4. Investeer in en creëer jobs in de sociale economie. Kringloopwinkels, kinderopvang, huishoudhulp,… zijn volwaardige jobs die essentieel zijn en een grote meerwaarde bieden aan de maatschappij. Het geeft aan werkzoekenden een volwaardige job die realistische eisen stelt en begeleiding biedt op de werkvloer.
Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone