De septemberverklaring van de Vlaamse regering was dit jaar samen te vatten in één woord: verkiezingen. Door dat woord was er dit jaar – in tegenstelling tot het vorige – geen ruzie, hoewel cd&v opnieuw een schot voor de boeg had gelost. Minister-president Jan Jambon deed zijn septemberverklaring op de aangekondigde dag, op het aangekondigde uur. Maar klopt al die eensgezindheid en zelfs die lichte hoerastemming wel? Wij keken (met vakbondsbril) naar de cijfers en de tabellen. Om vast te stellen dat het verkiezingsgordijn op meerdere plekken gaten vertoont.
Geld voor kinderen?
Toegegeven: er komt effectief extra geld voor kinderopvang. Niet zo veel als wat cd&v eerst eiste, maar toch een flink bedrag, 270 miljoen euro om precies te zijn. Door de ratio aantal kinderen per begeleider te verminderen. Door (nieuwe) logistieke helpers in te schakelen in de kinderopvang. Door de basissubsidie en de onkostenvergoeding voor onthaalouders op te trekken. Goede maatregelen, maar laat ons eerlijk zijn: veel te laat. En de bijkomende bedragen blijven ver onder de middelen die volgens experten nodig zijn. De Vlaamse regering doet het budget stijgen naar 1,1 miljard per jaar, waar 2 miljard nodig is.
Gezinnen met grotere kinderen betalen voor gezinnen met kleinere kinderen.
De stijging voor kinderopvang verdient ook een kanttekening als je naar die andere eis van cd&v kijkt, het welvaartsvast maken van het groeipakket. Daar komt niks van. Dat groeipakket stijgt slechts met 2%, terwijl de inflatie (opnieuw) een stuk hoger ligt. De niet-indexering van het groeipakket zorgt er voor dat de Vlaamse overheid van de federale schatkist veel meer geld krijgt voor kinderbijslag dan wat ze er zelf insteekt. Deze dotatiediefstal bedraagt om en bij de 400 miljoen euro. Het is met dit geld dat de Vlaamse regering de bijdrage aan de kinderopvang laat stijgen. Het zijn dus gezinnen met wat grotere kinderen die betalen voor gezinnen met kleinere kinderen. Of ook nog: cd&v haalt een eis (meer geld voor kinderopvang) gedeeltelijk binnen door een andere eis (indexatie van het groeipakket) te laten vallen. Maar finaal kost het de Vlaamse overheid niks extra, want het is de federale overheid die betaalt.
Overigens staat cd&v niet alleen met de eis om het groeipakket welvaartsvast te maken. Ook wij vragen dat al een tijd. Meer nog, tot het groeipakket geïndexeerd wordt, schrijven we dat systematisch met kleine letter.
Geen doordacht beleid
Uiteraard beperkte de septemberverklaring zich niet tot kinderopvang alleen. Er zat voor elke minister iets nieuws in. Wat opviel was dat dit ‘nieuw beleid’ niet altijd zo nieuw en al zeker niet altijd zo doordacht is. Sommigen commentatoren gewagen zelfs van Vlaamse geldverspilling.
Denken we bijvoorbeeld aan de ingevoerde premie voor elektrische wagens. Wie zich een ‘bescheiden’ elektrische wagen tot 40.000 euro aanschaft (lees: kan permitteren), ontvangt voortaan een premie van 5.000 euro. Een soortgelijke maatregel werd door deze regering in 2020 echter afgeschaft omdat die te weinig effect had.
De Vlaamse regering verdedigt toch deze herinvoering. Omdat het gaat om een ‘bescheiden’ (tot 40.000 euro) wagen voor de ‘gewone’ middenklasse (onthoud dat woord) en omdat ze tegelijkertijd ook de premie voor de installatie van zonnepanelen afschaft. Een criticus zou kunnen zeggen: ‘Wellicht heeft de door de regering beoogde doelgroep ondertussen wel al gesubsidieerde zonnepanelen, maar nog geen gesubsidieerde elektrische wagen.’ Volgens Bond Beter Leefmilieu lost deze maatregel het file-infarct alvast niet op (want je vervangt een wagen door een wagen) en komt het geld terecht bij wie het niet nodig heeft.
De jobbonus is vaak gewoon een extraatje voor tweeverdieners die al dan niet parttime werken.
Of neem de jobbonus. Deze zal geen enkel aantoonbaar positief effect hebben op de tewerkstellingsgraad. Dat zeggen wij niet alleen. Ook externe arbeidsmarktspecialisten en experts die door de regering zelf werden aangesteld, komen tot de conclusie dat de jobbonus niet doet wat die zou moeten doen: meer mensen verleiden om de arbeidsmarkt te betreden. Om te beginnen verkrijgt maar een heel kleine groep de maximale premie van 650 euro per jaar (iets meer dan 1.000 mensen). De jobbonus is vaak gewoon een extraatje voor tweeverdieners die al dan niet parttime werken. Het geeft weliswaar aan een beperkte groep extra koopkracht ondersteuning, maar ook op dat vlak is de maatregel niet de beste. Een versterking van de kinderbijslag zou volgens de reeds genoemde experten een veel efficiëntere en stevigere manier zijn om dat te doen. Een pure symboolmaatregel dus. En wat doet de Vlaamse regering? Juist. Ze breidt de jobbonus nog uit. Met ongeveer 100 miljoen euro.
Of de dienstencheques. Eigenlijk is iedereen het er over eens dat zowel de lonen van de poetshulpen als de prijs van de dienstencheques te laag zijn. Een elektricien of loodgieter komt alvast niet bij ons thuis langs voor 9 euro per uur (die dan nog fiscaal aftrekbaar zijn, waardoor het eigenlijk maar 7.2 euro per uur kost). Veel te laag, en met een verhoging van de prijs van die cheques zouden de poetshulpen ook eens een deftig loon kunnen krijgen. Maar wat doet de Vlaamse regering? Juist. Ze verhoogt de prijs niet. En dus ook niet de lonen van de poetshulpen. Ze schiet met 50 miljoen euro wel de dienstenchequebedrijven te hulp die naar eigen zeggen te weinig winst maken. Verschillende organisaties uit de sector hebben alvast gevraagd dit geld niet zomaar te verspreiden over alle dienstenchequebedrijven, maar wel bij diegenen die nu al extra inspanningen doen voor het inkomen en de vorming van hun personeel.
Volgens minister Diependaele zijn dit allemaal maatregelen voor de lagere inkomens. U weet wel: die lagere inkomens die bestaan uit tweeverdieners die een elektrische wagen kopen en massaal gebruik maken van de dienstencheques. Voor sommige excellenties is het verschil tussen lagere inkomens en hogere middenklasse blijkbaar niet (meer) duidelijk.
Niet iedereen krijgt
Naast het extra geld viel vooral ook op waar geen extra geld voor uitgetrokken werd. Zo waren er geen extra middelen voor het openbaar vervoer, waardoor de voorspelling van de Mobiliteitsraad Vlaanderen in het MORA memorandum 2024-2029 nog meer bewaarheid wordt: “De MORA vreest dat de legislatuur 2019-2024 nog lang zal bekend staan om de stilstand op het vlak van openbaar vervoer en een toename van de vervoersarmoede.”
Er wordt bespaard in de gezins- en bejaardenhulp, een besparing die oploopt tot 42 miljoen in 2027. Reden voor de besparing: de sector krijgt het geld niet op. Reden dat de sector het geld niet op krijgt: er is geen personeel. Reden dat er geen personeel is: de lonen zijn te laag. In plaats van het overtollige budget te gebruiken om de lonen op te trekken, beslist men te besparen. Maar daarmee lost men de problemen natuurlijk niet op.
Reden voor de besparing: de sector krijgt het geld niet op. Reden dat de sector het geld niet op krijgt: er is geen personeel. Reden dat er geen personeel is: de lonen zijn te laag.
Er komt (opnieuw) geen bijkomend budget voor welzijnsdiensten die reeds meer dan 10 jaar geen indexatie van hun werkingsmiddelen gekregen hebben. Nochtans klaagt de sector deze sluipende besparing al geruime tijd aan en kunnen zij dit keihard staven met cijfers.
Er wordt tenslotte ook fors bespaard op de RSZ-korting voor verschillende groepen werknemers (doelgroepenkorting). Daarmee grijpt de regering in de feiten in op resultaten van het sociaal overleg, want deze doelgroepenkorting was het resultaat van een vesoc-akkoord (akkoord tussen sociale partners en Vlaamse regering), wat redelijk ongebruikelijk is. Of de arbeidsmarktkrapte een terechte reden is om de kortingen af te schaffen valt nog af te wachten.
(Centrum-)rechts beleid
Naast de reeds aangehaalde voordelen voor de hogere middenklasse, zitten er in de laatste begroting voor de verkiezingen nog een aantal maatregelen die duidelijk de politieke oriëntatie van deze regeringsploeg aangeeft.
Zo wil de Vlaamse regering het aantal taken waarvoor flexi-jobs kunnen gebruikt worden fors optrekken. Denken we maar aan onderwijs, busvervoer leerlingen, zorg. Dat betekent jobs creëren waar de sociale zekerheid en de fiscus minder inkomsten door verwerven, en waarvoor niet altijd de loonbarema’s van de sector betaald dienden te worden. Gelukkig heeft de federale regering (meer bepaald de PS) dat laatste ondertussen een stuk moelijker gemaakt.
De extra plaatsen in de kinderopvang worden voortaan vooral voorbehouden voor werkende gezinnen, en niet voor wie bijvoorbeeld werkloos is. Terwijl een gebrek aan kinderopvang nu net één van de belangrijkste redenen is waarom heel wat mensen de stap naar de arbeidsmarkt niet kunnen zetten.
De extra plaatsen in de kinderopvang worden voortaan vooral voorbehouden voor werkende gezinnen, en niet voor wie bijvoorbeeld werkloos is.
Ook besliste de regering dat sociale huisvestingsmaatschappijen voortaan ook studentenkoten kunnen bouwen. Zij kunnen daarvoor een deel van hun leningscapaciteit bij de Vlaamse overheid aanwenden die normaal dient om sociale huurwoningen mee te bouwen. Die capaciteit wordt namelijk niet benut door de al te lang aanslepende hervorming van de sector. Opnieuw gebruikt de regering dus middelen van een sector met grote tekorten om elders de nood te lenigen.
Tot slot zorgt de recente hervorming van de registratierechten bij aankoop van een onroerend goed voor een flink gat in de begroting. De Vlaamse regering meent dat deze minderinkomst te wijten is aan een krimp in de vastgoedmarkt. Maar het is ook mogelijk dat de doorgevoerde hervorming (daling van de registratierechten van 6% naar 3% voor de eerste woning, en van 10% naar 12% voor alle andere gebouwen) gewoon niet budgetneutraal is. De toekomst zal het uitwijzen.
Het begrotingstekort stijgt
Resultaat van dit alles: het reeds bestaande begrotingstekort van de Vlaamse overheid stijgt met zo’n 600 miljoen euro. Je zal ons niet horen zeggen dat een begrotingstekort tot elke prijs vermeden moet worden. Maar in de huidige constellatie is het toch wel opvallend. Want deze Zweedse ploeg hanteert steeds het mantra ‘goed huisvaderschap’: de komende generatie mag niet opdraaien voor de tekorten van deze generatie. En net zij laat het laatste jaar voor de verkiezingen de tekorten op de begroting weer toenemen.
Omdat ze de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg wegwerkt? Omdat ze de werkingsmiddelen van de welzijnssector indexeert? Omdat ze het groeipakket aanpast aan de levensduurte?
Neen. Wel omdat de hervorming van de registratierechten budgettair niet gedekt is. Omdat ze een premie uitkeert aan wie zich een elektrische wagen kan aanschaffen. Omdat ze de jobbonus uitbreidt die niet doet wat het moet doen. Omdat ze gekozen heeft voor een verkiezingsbegroting voor een centrumrechts kiespubliek.