Maandag 29 maart. Nationale staking voor een hoger loon voor werknemers. Niet op straat, maar grotendeels thuis. Via internet zenden we radio syndical uit, als vervanger voor de traditionele piketten. In de uitzending verhalen van werknemers die hun verontwaardiging uiten over het afblokken van een verhoging van de minimumlonen. Delegees verduidelijken waarom werkbare loopbanen en eindeloopbaanmaatregelen basiselementen zijn van een goed functionerende arbeidsmarkt. En de werknemers in de vuurlinie van deze crisis vertellen waarom een loonnorm van 0,4% verhindert dat de veel hogere winsten in de goed boerende sectoren evenredig naar de werknemers moeten vloeien. Rechtvaardigheid, solidariteit, strijdvaardigheid en verbondenheid in een radioprogramma afgekruid met fijne verzoeknummers.
Helemaal op het einde: Mad World, een muzikaal coverpareltje van Michael Andrews. Geen vurig strijdlied, maar gebalde weemoed van een jongere die zich als een vreemde voelt in deze mad, mad world. …. When people run in circles it’s a very very mad world, mad world.
Het lied illustreert passend een gemoedstoestand die corona als een sluier over heel veel jongeren heeft geworpen. We zitten met zijn allen wat minder goed in ons vel, en dat geldt natuurlijk ook voor de ABVV-Jongeren.
Mad world van scholieren en studenten
Scholieren en studenten werden de afgelopen 13 maanden gedwongen om hun wonderjaren drastisch te herschikken. Hun vrijheidsgraden werden ingeperkt en het studentenleven quasi herleid tot online lessen achter een schermpje. Leerkrachten en professoren leerden hun scholieren en studenten te bestieren van op afstand. Afgesneden van nieuwe sociale contacten en medestudenten.
De klassieke zoektocht van jongeren naar een volwassen balans tussen vrijheid en verantwoordelijkheid werd opgehokt in de maatschappelijke nood om ons gedrag aan te passen. Géén cafébezoeken tot de vroege uurtjes, geen dooprituelen, geen concerten meepikken, weg met veel betekenisvolle activiteiten. Opgesloten op kot of toch kiezen om weer voltijds thuis te gaan wonen. Jongeren die 7 op 7 thuiszitten, daar les volgen en in een bubbel leven die hun sociale contacten herleiden tot de leden van hun gezin. A Mad world met verschillende effecten.
Uit verschillende bronnen blijkt dat COVID-19 flinke klappen uitdeelt aan het mentaal welzijn van jongeren. Uit het onderzoek van de Universiteit Gent (K. Ponnet, W. Hardyns, S. Anrijs, and J. M. Schokkenbroek, “Welzijn en relaties in tijden van corona : bevindingen van een survey-onderzoek in België van 3-17 april 2020.” Universiteit Gent, 2020) blijkt dat jongeren en studenten tijdens de lockdownperiode beduidend meer gevoelens van eenzaamheid, depressie en angst kenden. Maar ook de periodieke corona-enquêtes van de UAntwerpen geven aan dat het mentaal welzijn van jongeren ernstig te lijden heeft onder deze crisis.
Scholieren en studenten werden de afgelopen 13 maanden gedwongen om hun wonderjaren drastisch te herschikken.
Diezelfde bevragingen duiden ook op een groot verantwoordelijkheidsgevoel bij jongeren. Ondanks de mentale slaghamer plaatsen jongeren zichzelf helemaal achteraan in de vaccinatierij en vinden ze het belangrijker dat andere groepen zoals ouderen maar ook leerkrachten eerst worden gevaccineerd. Een solidariteit die ook een stuk is ingegeven door de wetenschap dat ze zelf minder risico lopen op ernstige medische gevolgen van covid-19. Wat bij een beperkt deel van de jongeren dan weer de voedingsbodem is om de opgelegde beperkende maatregelen naast zich neer te leggen.
Corona vreet niet alleen aan het mentaal welzijn van studenten, het raakt hen ook op hun financiële flank. Studentenarbeid is van een weekend en vakantiefenomeen geëvolueerd naar een patroon waarbij ook massaal veel tijdens de week wordt gewerkt. Zo is volgens Randstad 44% van de studenten ook tijdens de (les)week aan de slag. De versoepelingen ingevoerd in 2017 in de wetgeving met een maximum van 475 uren onder het studentenstatuut en de (para)fiscaal gunstige regeling voor werkgevers en studenten faciliteerden de groei.
Bijna één op drie van de werkende studenten gaat de arbeidsmarkt op om zijn studies te bekostigen of in zijn/haar levensonderhoud te voorzien.
Volgens cijfers van de VUB bij de studenten van het academiejaar 2019-2020 is de beweegreden om studentenarbeid te verrichten in drie categorieën onder te brengen. Bijna zes op tien studenten wil met de studentenarbeid een extra inkomen verwerven om zijn vrijetijdsactiviteiten te kunnen bekostigen. Daarnaast is er nog een kleine groep (13%) die via een studenten-job op zoek is naar relevante werkervaring. Verrassender is dat bijna één op drie van de werkende studenten de arbeidsmarkt op gaat om zijn studies te bekostigen of in zijn/haar levensonderhoud te voorzien. Die gedwongen keuze zorgt ervoor dat deze categorie werkende studenten meer uren per week werkt, met een lager studierendement als gevolg. Het werken op momenten dat anderen in de colleges aanwezig zijn of in de boeken duiken, laat zijn sporen na. Los van corona opent zich hier de discussie op welke wijze we de slaagkansen van studenten met een zwakkere inkomenspositie kunnen ondersteunen om hen succesvol te laten doorstromen richting diploma.
Het is dan ook evident dat corona voor een grote groep studenten ernstige inkomensproblemen oplevert. De horecasector waar heel wat studenten hun inkomen verdienen, werd stilgelegd. Maar ook andere klassieke ‘studenten-sectoren’ kwamen tot een halt en het inkomen verdween. Al gauw werd duidelijk dat niet alle studenten het wegvallen van hun inkomen zomaar konden ondervangen. Stopzetten van het huren van het kot of helemaal stoppen met de studies, voor sommigen was dit de harde realiteit. En was aankloppen bij het OCMW de enige oplossing.
ABVV-Jongeren kaartte samen met de jongeren van KAJ (ACV) het probleem aan bij de regering en vroegen een oplossing voor de groep zelfstandige studenten. Een vaag naar een stabiliserende subsidie net zoals deze die opgezet wordt bij de bedrijven en zelfstandigen om hun inkomensverlies af te dekken. Net zoals er een oplossing gevonden is voor de horeca en andere zelfstandigen om verplichte sluitingen te compenseren. Net zoals het systeem van technische werkloosheid werknemers én werkgevers behoedde voor het ergste tijdens deze crisis eisten wij een gelijkaardige oplossing voor deze getroffen studenten. Verder dan een extra toelage voor de sociale diensten van de hogescholen kwam de regering niet. Zelfstandige studenten zonder studenten-job staan nog steeds in de kou.
De vragen die we als ABVV Jongeren onder normale omstandigheden behandelen zijn door corona een stuk gewijzigd maar blijven wel draaien rond de as van studentenrechten. Wat met mijn contract dat eenzijdig wordt opgezegd? Heb ik recht op een uitkering als tijdelijk werkloze? Kan ik aan de slag in vitale sectoren? Maar ook arbeidsmarkt oriënterende vragen van scholieren, studenten, jongeren in de inschakelingstijd en jonge werkenden. Alle leden van het ABVV tussen pakweg 15 en 35 jaar.
Mad world van jonge werkenden
Een belangrijke vaststelling die we uit de contactname met jonge werkenden maken is de nood aan een vertrouwelijke gids op de arbeidsmarkt in deze crisis. De tendensen bij jongeren die we het afgelopen jaar op de arbeidsmarkt vaststellen zijn een hogere tijdelijke afwezigheid op het werk en daling van de arbeidsduur.
Een onbegrijpelijke flater van de Vlaamse regering in die context is om de eerdere besparing in het systeem loopbaancheques niet terug te schroeven. Met die besparing werden de anciënniteitsvoorwaarden om gebruik te kunnen maken van dit stelsel verhoogd tot 7 jaar. Jongeren die als eerste dreigen ontslagen te worden, die in precaire en kortlopende contracten zitten en nu vooral nood hebben aan arbeidsmarktverkenning, -oriëntering en –ondersteuning om hun loopbaan een nieuw elan te geven worden uitgesloten van dit stelsel.
De tendensen bij jongeren die we het afgelopen jaar op de arbeidsmarkt vaststellen zijn een hogere tijdelijke afwezigheid op het werk en daling van de arbeidsduur.
Volgens de jaarlijkse enquête naar arbeidskrachten (EAK) zijn het vooral kwetsbare groepen zoals jongeren en kort- en middengeschoolden die de transitie naar een inactiviteitsstatus maken. Jongeren hebben momenteel minder kansen op aanwerving omwille van corona en dit leidt er ook toe dat een groep jongeren de stap naar de arbeidsmarkt niet zetten. Met als gevolg een dalend aantal werkenden uit de kwetsbare groepen zoals jongeren, laag- en middengeschoolden en personen met migratieachtergrond.
Daarbij aansluitend zijn natuurlijk de groepen die niet (langer) ressorteren onder de beschermingsopties van werknemers binnen de sociale zekerheid, de meest zichtbare dupe van een algemene crisis. Met de zwaarste financiële impact voor de lagere inkomenscategorieën en gezinssituaties met 1 inkomen. De platformwerkers, de permanente interimarissen, de freelancers, de tijdelijke contracten, de verschillende werkplekleervomen (stagiairs, BIS, IBO, wijkwerken…) kunnen niet terugvallen op de uitkeringen tijdelijke werkloosheid. Als corona ons het belang duidelijk maakt van ons opgebouwde solidariteits- en zorgsysteem, dan vragen we als ABVV jongeren dat we deze crisis aangrijpen om de afgebouwde bescherming van deze groepen ook in onze solidaire en collectieve sociale verzekeringen op(nieuw) te nemen.
Die jonge toetreders op de arbeidsmarkt werken aan lagere bruto lonen, wat leidt tot lagere werkloosheidsuitkering. Al jaren klagen de ABVV-Jongeren dit aan met de waarschuwing dat uitkeringen en vervangingsinkomens berekend worden op het bruto “jeugdloon”. Deze crisis maakt duidelijk dat dit geen loos argument is maar harde realiteit voor duizenden jongeren die hun werkloosheidsuitkering nu berekend zien op dat lagere jeugdloon en dus minder krijgen dan hun collega’s. Vandaar ook het belang van onze strijd om als ABVV voor een minimumloon van 14 euro/u te blijven gaan zodat dit interprofessioneel en intergenerationeel een opwaartse beweging kan inzetten die alle minima opkrikt.
Al jaren klagen de ABVV-Jongeren aan dat uitkeringen en vervangingsinkomens berekend worden op het bruto jeugdloon.
Een belangrijke verschuiving tijdens corona is de toename van het aantal werklozen met een diploma hoger onderwijs. Zij lijken proportioneel meer getroffen in de toename van de werkloosheid. De toenemende scholarisatie waarbij meer hooggeschoolden zich aanbieden op de arbeidsmarkt is een belangrijk element. Maar in de Dynam corona flash wordt deze telling toch wat genuanceerd. Als korte tewerkstellingen zoals in de horeca wegvalt, wijzigt dat vaak niks aan de administratieve status van de betrokkene, omdat die omwille van die korte tewerkstellingen al werd meegeteld als werkzoekende/uitkeringsgerechtigde. Tegelijk zijn kortgeschoolden vaker actief in de horeca-en reissector die nu nog beschermd worden door de verruiming van tijdelijke werkloosheid. De betrokken werknemers worden niet opgenomen bij de verplicht ingeschreven werkzoekenden. Als de crisis finaal leidt tot ontslagen zullen eerder de kortgeschoolden de grootste slachtoffers worden.
En wie jongere zegt, zegt vaak interim. Voor heel wat jongeren is hun eerste job een verplicht nummertje via een “interim”. Bovenop de onzekerheid dat werken met een dag- of weekcontract via een interim kantoor met zich meebrengt in normale tijden en de negatieve effecten op de levenskwaliteit, de inkomensonzekerheid, het gebrek aan perspectief, de hoge ongevallenratio’s, de instabiele rechtssituatie van de sociaal verzekerde, de opleidingsachterstelling… bracht deze coronacrisis extra besognes voor interim-krachten.
Jammer genoeg bleek dat het voor interimkantoren minder arbeidsintensief is om een contract niet te verlengen dan om tijdelijke werkloosheid in te roepen en hiervoor de nodige aangiftes te doen.
De federale regering besloot wijs dat ook mensen die aan de slag waren met een interim contract en dit onderbroken zagen door de crisis beroep konden doen op technische werkloosheid. Jammer genoeg bleek dat het voor interimkantoren minder arbeidsintensief is om een contract niet te verlengen dan om tijdelijke werkloosheid in te roepen en hiervoor de nodige aangiftes te doen. Ook wie met opeenvolgende dagcontracten werkte kwam in de problemen met de aanvraag tijdelijke werkloosheid.
Jongeren en iets minder jongeren die hun interim contract niet verlengd wisten vielen dus in het beste geval terug op de reguliere werkloosheid of een inschakelingsuitkering en niet op de hogere uitkering van de tijdelijke werkloosheid overmacht corona, óók als zij quasi zeker waren dat ze nadien weer aan de slag zouden gaan bij hetzelfde interimkantoor.
Ook dit hebben de ABVV jongeren op diverse fora aangekaart en samen met de vakbondsmensen van de andere centrales aandacht gevraagd voor deze weinig rechtvaardige en niet solidaire toestand. Maar laat ook dit een post corona les zijn. Zekerheden en stabiliteit stonden voorop bij werkgevers en zelfstandigen. Dus mogen we dat zekerheidsverzoek nu ook voor alle werknemers met precaire contracten hoog op de agenda plaatsen.
Maar jongeren verdienen niet alleen onze bijzondere aandacht omwille van de corona impact. De woonproblematieken die vooral jongeren confronteren met steeds hogere drempels om (zonder familiale tussenkomsten) tot eigendomsverwerving te komen. Of de explosie van het aantal langdurige zieken die de afgelopen jaren vooral significant toenam bij jongeren. Met een glasheldere link naar de pieken burn-out en de steeds verdere daling van de werkbaarheidsratio’s en toegenomen werkdruk. En ook de klimaatopwarming en vergrijzing zijn sociale uitdagingen die de druk op onze solidariteit zet en het risico op sociale ongelijkheid vergroot.
ABVV jongeren blijft de stem van die schoolverlaters, jonge werknemers, studenten en werknemers verder vertalen, verdedigen en aanvechten. Solidair voor een toekomst en vechtend tegen a mad world