Print Friendly, PDF & Email

De coronacrisis is nog niet voorbij, maar nu al is duidelijk dat ze diepe wonden nalaat op gezondheids-, sociaal en economisch vlak. De afgelopen maanden ging er veel tijd naar het opvangen van noodsituaties en het in goede banen proberen leiden van de effecten van de crisis. Moet ook werd er reeds nagedacht over de vraag hoe het nu verder moet en hoe we tot een herstart of relance van onze samenleving en economie kunnen komen. En wat voor herstart moet dat dan zijn?

De overheid stelde her en der verschillende expertencomité’s aan om advies te geven. Ook in het middenveld beweegt er heel wat, van acties van de brede milieubeweging tot het initiatief van verschillende denktanks, media en studiediensten onder de noemen #beternacorona. Veel van die initiatieven beginnen stilaan concrete voorstellen en visies op te leveren.

Dat betekent lang niet dat vakbonden en werkgevers het over alles eens zijn, maar de uitgetekende krijtlijnen kunnen een startpositie zijn om tot een gedragen relancebeleid te komen.

Maar ook de sociale partners zaten in tussentijd niet stil. Op Vlaams niveau hebben vakbonden en werkgevers als sinds mei flink wat visie, aanbevelingen en cijferrapporten opgeleverd over hoe het toekomstige relancebeleid er volgens hen moet uitzien. Dat deze adviezen in consensus gegeven werden en dat ze bovendien ruim voor de expertenrapporten opgeleverd werden, bewijst dat sociaal overleg in crisistijden extra relevant is. Dat betekent lang niet dat vakbonden en werkgevers het over alles eens zijn, maar de uitgetekende krijtlijnen kunnen een startpositie zijn om tot een gedragen relancebeleid te komen.

In een korte reeks van vier blogs brengen we daarom de komende weken een overzicht van de relanceadviezen die in de SERV werden opgemaakt. Een volledig overzicht van de adviesrapporten die de SERV al heeft opgemaakt, kan je terugvinden op een aparte pagina op de SERV-website.

Wat voor impact heeft de coronacrisis op sociaaleconomisch vlak?

Eerst staan we echter even stil bij de impact van de crisis. Daarover maakte de SERV een uitgebreid cijferrapport, waarin je de impact van corona op tal van vlakken terug kan vinden. Net omdat de impact zo breed is, kunnen we er moeilijk een volledig overzicht van geven. Hier staan we vooral even stil bij een aantal vaststellingen over de sociaaleconomische impact.

Bijna één op vijf werknemers was tijdelijk werkloos. De evolutie over de maanden heen zie je in onderstaande grafiek, die ook het aandeel  mensen weergeeft dat thuiswerkte, fysiek naar het werk ging, verlof opnam of ziek was.

Daarnaast zijn er logischerwijs ook grote sectorale verschillen. We kunnen een indeling maken naar impact in omzetverlies, faillissementsrisico en gebruik van tijdelijke werkloosheid per sector.

 

De financiële impact op heel wat gezinnen was niet gering. In april is één op de acht gezinnen die voorheen niet in armoede leefden, ondanks de genomen maatregelen in de problemen gekomen omdat ze een inkomensverlies van minstens 10% geleden hebben en ze onvoldoende spaargeld hadden als buffer.

Uit de enquêtes van de Nationale Bank blijkt verder dat de groep van tijdelijk werklozen, jobstudenten en zelfstandigen op niveau van het gezin het netto inkomen gemiddeld met meer dan 35% zag dalen. Het verlies is meer uitgesproken in gezinnen met een lager inkomen;

Kortgeschoolden werden zwaarder getroffen, niet alleen omdat ze financieel kwetsbaarder waren maar ook omdat ze vaker in getroffen sectoren werken. Mensen in tijdelijke contracten en zelfstandigen werden ook zwaarder getroffen.

Welke maatregelen werden er al genomen?

Van de 2,5 miljard aan steunmaatregelen die Vlaanderen voorziet, gaat er ongeveer 7% naar werknemers en 93% naar maatregelen voor bedrijven en zelfstandigen. Op het federale niveau werd er al zo’, 10 miljard aan maatregelen voor bedrijven getroffen (situatie midden juni 2020), versus 3,2 miljard voor uitkeringen tijdelijke werkloosheid en 400 miljoen voor het extra ouderschapsverlof. Daar bovenop verstrekken de verschillende overheden samen nog eens 52 miljard euro aan bankgarantieregelingen voor bedrijfen.

Wat voor relancebeleid stellen de sociale partners voor?

Al op 13 mei hadden de sociale partners hun eerste koepeltekst klaar met de krachtlijnen van hoe een post corona relancebeleid eruit zou moeten zien. Op 14 mei werden deze ook reeds toegelicht aan het Vlaams Parlement. We geven ze hier in 10 punten samengevat mee.

  1. Voldoende gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, kinderopvang en openbaar vervoer blijven noodzakelijk voor een zo snel mogelijke, veilige heropstart. Een goed gedoseerde versoepeling van de beperkende maatregelen moet een stop-and-go-scenario vermijden, waarbij we plots weer in lockdown zouden moeten.
  2. Na de heropstart komt er een lange periode waarin we zullen moeten ‘samenleven’ met het virus en dus in een ‘co-corona tijdperk’ zullen leven: er is een heropstart maar niet alle veiligheidsmaatregelen kunnen al worden afgebouwd.
  3. De crisismaatregelen moeten worden geëvalueerd en bijgestuurd om de overgang van crisisbeleid naar relancebeleid te maken. In volle crisis zijn brede en genereuze maatregelen goed. Daarna moet er overgeschakeld worden naar maatwerk. Gaandeweg moeten maatregelen worden verfijnd en meer gericht op waar de noden en de baten – sociaaleconomisch en/of maatschappelijk – het grootst zijn. Daarbij is bijzondere aandacht nodig voor kwetsbare groepen en jongeren, voor de diverse maatschappelijke uitdagingen waaronder klimaat, energie, wonen, mobiliteit en armoede die nog bijzondere inspanningen vergen, en voor de moeilijk meetbare of indirecte baten zoals van de maatschappelijke dienstverlening, preventieve gezondheidszorg en onderwijs.
  4. Het relancebeleid en de middelen die ervoor worden uitgetrokken, moeten toekomstgericht ingezet worden om de post-coronawereld vorm te geven. Dat betekent dat de maatregelen zich richten op digitalisering, circulaire economie, mobiliteit, gezondheid,… En dat het beleid in lijn is met internationale afsprakenkaders: de SDG’s, de Europese klimaat- en energiedoelen en de Europese Green Deal,…
  5. Op economisch vlak moeten relancemaatregelen op korte termijn de solvabiliteit versterken, de liquiditeit verzekeren, de vraagzijde stimuleren via investeringen en export, en de productie in Vlaanderen verstevigen met bijzondere aandacht voor strategische producten en diensten. Consumenten en ondernemers moeten opnieuw voldoende vertrouwen krijgen, koopkracht en ontwikkelingsmogelijkheden moeten weer op peil komen.
  6. In de huidige omstandigheden moet de focus op een begrotingsevenwicht worden losgelaten en gaat de prioriteit naar het indijken van de coronacrisis en naar relance. Meer dan ooit zijn meer overheidsinvesteringen daarin cruciaal.
  7. De internationale handel moet hernemen en de export moet ondersteund worden. Een goed investerings- en ondernemersklimaat moet garanderen dat regionale productieactiviteiten die door de crisis onder druk komen, verankerd kunnen blijven in Vlaanderen om zo het industrieel weefsel, de werkgelegenheid en het inkomen van de werknemers veilig te stellen. Gerichte overheidsinvesteringen en -aankopen kunnen regionale productie stimuleren. Nu sommige ondernemingen door de coronacrisis financieel zwakker staan, zijn ze ook een makkelijke prooi voor buitenlandse overnemers. Wanneer die buitenlandse directe investeringen raken aan de openbare orde, veiligheid en volksgezondheid is een screening op zijn plaats (bijv. havens, energie of andere kritieke infrastructuur) die best op federaal niveau wordt uitgewerkt.
  8. Daarnaast zijn er ook bijzondere uitdagingen om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te matchen, inkomens te beschermen, structurele werkloosheid nu en later te vermijden en maximale tewerkstelling te realiseren. Tegelijk vormen de grote veranderingen in de arbeidsorganisatie (bijv. thuiswerk) en de werkinhoud een uitdaging én een kans om werk te maken van werkbaar, gezond en veilig werken. De crisis is ook een opportuniteit om levenslang leren te stimuleren, werk(plekler)en anders vorm te geven en bepaalde aspecten van het onderwijs te herdenken.
  9. Het relance-arbeidsmarktbeleid moet rond 4 pijlers vorm krijgen: (1) het inzetten op opleiding en de omslag maken naar levenslang leren, (2) een VDAB die klaar is voor de uitdagingen, (3) het ondersteunen en begeleiden van de mobiliteit op de arbeidsmarkt met het oog op meer duurzame en dynamische loopbanen, en (4) het nog meer linken van gezondheid, veiligheid en werkbaarheid aan werk.
  10. Voor een sociale en inclusieve relance moet gewerkt worden aan sociale cohesie, inkomensbescherming en welzijn, niet alleen voor kwestbare groepen maar ook voor de lagere middenklasse die verzwakt uit de crisis komt. De maatschappelijke dienstverlening en kwaliteit in de gezondheids- en welzijnssectoren moeten in de toekomst verzekerd worden, door afdoende capaciteit en financiering en waar nodig structurele veranderingen.

Wat baten kaars en bril?

In die tien punten zit natuurlijk veel vervat, en zoals we in de volgende blogs zullen zien moet er nog veel uitgewerkt worden. In drie volgende blogs zullen we verder ingaan op de verschillende deelrapporten die de sociale partners op Vlaams niveau hebben afgerond. Het gaat over aanbevelingen op het vlak van de arbeidsmarkt, de economie en het sociaal beleid oftewel de maatschappelijke herstart.

Ondertussen liggen al die rapporten al een tijdje op de kabinetten van de regeringspartijen. De vraag is hoezeer zij de adviezen van sociale partners ter harte zullen nemen. De laatste jaren is er een trend gegroeid waarbij het “primaat van de politiek” wel eens gebruikt werd om vooral niet te doen wat vakbonden en werkgevers voorstelden. Er werden ondertussen ook een hele resem expertencomités aangesteld om allerlei bijkomend advies te verstrekken over de te volgen weg. Zij moeten hun rapporten nog opleveren.

Maar nu al kunnen we vaststellen dat er een aantal lessen of boodschappen zijn die in het verhaal van de sociale partners terugkomen, maar die slechts moeizaam gehoor lijken te krijgen bij de Vlaamse regering:

  • De crisis is niet voorbij. Maak snel de overgang van losse noodmaatregelen naar beleid op maat. Dat doe je door te evalueren. Blijf veiligheid vooropstellen om een tweede lockdown te vermijden.
  • Investeer, investeer, investeer. Vergeet daarbij tijdelijk de strenge begrotingsregels van Europa.
  • Doe die investeringen toekomstgericht, in lijn met de klimaatdoelstellingen en hou rekening met internationale afspraken zoals de Green Deal.
  • Versterk ook het inkomen van mensen, zeker van kwetsbare groepen, en vermijd zo een sociale crisis.
  • Gebruik de uitzonderlijke omstandigheden om vernieuwing te versnellen op het vlak van arbeidsorganisatie en hoe we werken (opleiding, thuiswerk, combinatie werk-gezin…).

Als vakbonden en werkgevers het erover eens kunnen geraken, dan zou ook politiek de kloof overbrugbaar moeten zijn.

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone