Er is weer veel te doen over het pensioen. De voorstellen van minister Lalieux lokten heel wat reactie uit en vooral werkgeversorganisaties zetten meteen de hakken in het zand.
De discussie over hoe lang onze loopbanen moeten zijn, verzandt zo al snel in een heen en weer over de “betaalbaarheid” van het systeem. Op federaal niveau werden er stappen vooruit gezet op het vlak van het minimumpensioen en dat is een goeie zaak.
Hoge werkdruk en belastende arbeidsomstandigheden blijken het meest van invloed te zijn op het niet haalbaar achten om de huidige job tot het pensioen vol te houden.
Hoe lang een volledige loopbaan dient te zijn en hoeveel het pensioen dan moet bedragen zijn belangrijke vragen, maar er is nog een realiteit en dat is dat velen de eindmeet niet eens halen. Ze vallen uit, worden langdurig ziek en eindigen hun loopbaan onder de armoedegrens. Dat betekent een extra kost voor de sociale zekerheid en een financiële klap voor de werknemers zelf. Als we dat zouden kunnen voorkomen, zouden we voor beide problemen een stap vooruit kunnen zetten. Daarvoor hebben we niet alleen zicht nodig op hoeveel mensen er uitvallen, maar ook op hoeveel werknemers hun huidige job al dan niet nog lang denken te kunnen volhouden.
Oftewel: Hoeveel van de werknemers die vandaag aan de slag zijn gaan de finish niet halen? En vooral: wat moet er gebeuren opdat ze het wél zouden kunnen volhouden? Een nieuwe studie gaat daarop in. We geven hier een paar vaststellingen mee.
Zien we het nog zitten?
Bijna 4 op 10 werknemers ouder dan veertig (38,7%) ziet in hun huidige job werken tot de pensioenleeftijd als onhaalbaar. Dat blijkt uit een analyse van de werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie en Arbeid, de onderzoeksinstelling van de Vlaamse sociale partners.
Het afgelopen decennium ging het overigens systematisch achteruit met de haalbaarheid om tot het pensioen te werken, én steeg de roep om aangepast werk sterk.
Er zijn daarbij grote sectorale verschillen. De sector openbare diensten (overheidsadministratie, openbaar vervoer, politie/defensie) scoort het best. Daar zegt ‘slechts’ een kwart dat tot aan het pensioen werken onhaalbaar is.
Opvallend is de erg negatieve inschatting bij zorg- en onderwijsmedewerkers. Slechts 53,3% van de zorgmedewerkers en 47,4% van de onderwijsmedewerkers zien het haalbaar om (in de huidige job) door te werken tot het pensioen.
Ook naar aard van de functie zijn er flinke verschillen. Geschoolde arbeiders scoren bijvoorbeeld opvallend slechter dan uitvoerend bedienden.
Nog opvallend: De inschatting van leidinggevenden verschilt niet significant van de niet-leidinggevenden. Respectievelijk 62,8% en 60,8% achten doorwerken tot het pensioen in hun huidige job haalbaar. Ook de baas houdt het dus niet altijd vol.
De link met werkbaar werk is evident, zo blijkt uit de studie. Hoe meer problemen men hiermee ervaart, hoe lager het aantal mensen dat de eindmeet haalbaar acht.
Trouwens, ook bij zelfstandigen zien we gelijkaardige cijfers. Daar zegt 1 op 3 dat werken tot het pensioen onhaalbaar is. Ongeveer een kwart (25,7%) van de zelfstandige ondernemers (40+) wil hun werksituatie aangepast zien om tot het pensioen te kunnen doorwerken.
Waaraan ligt dat?
De oorzaken komen duidelijk uit de verf. Hoge werkdruk en belastende arbeidsomstandigheden blijken het meest van invloed te zijn op het niet haalbaar achten om de huidige job tot het pensioen vol te houden. Ook emotioneel belastend werk, onvoldoende autonomie, gebrek aan afwisseling in het werk en een problematische relatie met de directe leiding hebben een grote invloed.
Wie veel overuren presteert denkt de huidige job minder lang te kunnen volhouden. Ook bij werknemers die ’s nachts werken is een een groot verschil met wie dat niet hoeft te doen. Er is een groot verschil tussen werknemers die wel dan niet frequent geconfronteerd worden met onregelmatige uurroosters. Van de eerste groep acht 48,2% het haalbaar om tot het pensioen door te werken, terwijl dat bij de tweede groep 63,7% is.
En ook: in de kleinste ondernemingen (minder dan 10 werknemers) is er een groter aandeel van de werknemers dat het doorwerken haalbaar acht (66%) dan in de grotere (+100) ondernemingen (62%).
Wat te doen?
Werkdruk, emotionele belasting en fysiek zware jobs maken het verschil. Zoveel is duidelijk. Hoe minder problemen men daarin ervaart, hoe langer men het volhoudt. Merk ook op: de kloof is het grootst tussen zij die veel of weinig werkdruk ervaren. Werkdruk aanpakken is en blijft dus de topprioriteit.
Iets doen aan de werkdruk levert immers potentieel de grootste verbeteringen op. Als we die kunnen verbeteren, kunnen we het aantal mensen dat de loopbaan uitdoet laten stijgen tot boven de 70%. “Low strain jobs” zijn de sleutel tot langere loopbanen. Daarover schreven we eerder al.
Ook in de nieuwe studie wordt dit herbevestigd. Van wie het pensioen onhaalbaar acht, zegt 9 op 10 dat minder werken of minder belastend werk een oplossing kan zijn.
Vlaanderen kan veel doen op het vlak van werkbaar werk. Toch zien we dat er de laatste tien jaar bitter weinig aandacht voor is geweest. Integendeel, de vorige regering schrapte zelfs tot 100 miljoen aan maatregelen.
Ook voor de huidige minister van Werk, Hilde Crevits, blijft werkbaar werk een blinde vlek. Veel meer dan het zoveelste magere actieplan ligt er momenteel niet op de beleidstafel. Zolang de Vlaamse mantra in het pensioendebat enkel en alleen blijft dat er “geactiveerd” moet worden zal elke poging om meer mensen tot aan het pensioen actief te houden mislukken. Zonder structureel beleid rond werkbaar werk, zullen we hierin geen stap vooruit zetten.
Meer over onze oplossingen om het werk werkbaar en de loopbaan doenbaar te houden kan je hier lezen.
Wil je in je bedrijf iets doen rond het thema werkbaar werk? Kijk dan zeker ook eens wat onze consulenten voor je kunnen doen.