In een interview met de krant Le Soir stipt Egbert Lachaert, voorzitter van Open VLD, nachtarbeid aan als element voor de economische relance. De politicus haalt in het gesprek ook onze Nederlandse buren aan: “(…) meer flexibiliteit in de arbeidsorganisatie, ik denk hierbij aan nachtarbeid, een stelsel dat daadwerkelijk gebruikt wordt net over onze grens, in Nederland.” Aan de andere kant van de grens wordt er inderdaad heel wat vaker dan in België naar atypische uurroosters gegrepen.
Bronnen: Statbel en Eurostat via Steunpunt werk (gegevens 2019).
Op basis van becijferde vergelijkingen stellen we vast dat in Nederland bijna één werknemer op drie ‘s avonds werkt (tegenover minder dan één werknemer op tien in België). Het percentage aan nachtarbeid is er eveneens hoger. Bij zondagwerk is in Nederland één werknemer op vijf betrokken, tegenover één op tien in België, ofwel een stijging van 20% sinds 2006. Nederlandse vrouwen zijn zelfs professioneel actiever op de zevende dag van de week (22,3% tegenover 17,4% voor de mannen).
Waarom bestaan er zulke verschillen tussen de twee landen? In Nederland is de wetgeving voor atypische uurroosters soepeler, waardoor werkgevers ze gemakkelijker kunnen invoeren. In België voorziet het wettelijk kader sociaal overleg of, bij gebrek aan werknemersvertegenwoordiging, administratieve procedures binnen de sectorale overlegorganen.
Egbert Lachaert heeft dus gelijk: op het vlak van “flexibiliteit”, is het percentage hoger bij onze Nederlandse buren dankzij een grotere wettelijke “souplesse”. In één beweging overweegt hij zich te laten inspireren door onze buren om de economie te doen heropleven. Hij denkt « met name » aan nachtarbeid. Maar kent hij wel de gevolgen van dit stelsel op de voornaamste betrokkenen, namelijk de werknemers zelf?
Zo toonde onderzoek, dat de gegevens van 61 internationale studies samenbracht, dat er een verband bestaat tussen langdurige nachtarbeid en een hoger risico op kanker bij vrouwen. Het gaat meer bepaald om huidkanker (41% meer risico) en borstkanker (32%). Wat betreft de mannen zijn de resultaten niet veel geruststellender. Een studie die is verschenen in de American Journal of Epidemiology heeft aangetoond dat mannen die regelmatig ‘s nachts werken een verhoogd risico lopen op prostaat-, alvleesklier-, endeldarm-, blaas- en longkanker in vergelijking met mannen die nooit ’s nachts gewerkt hebben. Uit onderzoeken verricht door de universiteit van Toulouse is gebleken dat individuen die onregelmatige werkuren hebben zwakker scoren op het vlak van cognitieve vaardigheden.
Zo toonde onderzoek dat er een verband bestaat tussen langdurige nachtarbeid en een hoger risico op kanker bij vrouwen.
Voor die conclusie hoeven we niet perse naar Toulouse. Voor een vakbonds-dossier en brochure over nachtarbeid bevroegen we verschillende nacht-werknemers. Uit hun getuigenissen blijkt zondermeer dat chronische vermoeidheid meer voorkomt onder deze groep. Ook wijzen de werknemers op verschillen tussen generaties, gezien de vertraagde impact van gespreide werktijden op hun gezondheid en hun capaciteiten.
De impact van dergelijke uurroosters blijft evenwel niet beperkt tot de gezondheid van de betrokken werknemers.
Maar ook impact sociaal en professioneel
Nacht- en ploegenarbeid zorgt er vaak voor dat de werknemer buiten de samenleving leeft omdat hij regelmatig of zelfs systematisch niet kan deelnemen aan maatschappelijke of gezinsactiviteiten. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een moeilijke binding met het schoolse ritme, de activiteiten of eventuele opvanguren van de kinderen, van frequente onbeschikbaarheid voor allerhande sportieve, culturele of ludieke activiteiten die zich afspelen in het weekend (of de werknemer er nu zelf aan deelneemt, enkel toekijkt of deze begeleidt).
Volgens de werknemers in onze bevraging zijn deze afwezigheden nadelig voor de kwaliteit van hun sociaal en gezinsleven: “Het is niet gemakkelijk goed te functioneren in het huishouden wanneer men nachtarbeid doet, noch om activiteiten te organiseren met vrienden, familie, … Nachtwerk weegt op relaties, mensen die ’s nachts werken raken vaker gescheiden”. Of opnieuw: “Het gezinsleven wordt onvermijdelijk beïnvloed. Als je thuiskomt na s’ nachts te hebben gewerkt, ben je uit de pas met de rest van het gezin, je bent geïrriteerd, je voelt je ongemakkelijk”
“Het is niet gemakkelijk goed te functioneren in het huishouden wanneer men nachtarbeid doet, noch om activiteiten te organiseren met vrienden, familie…”
Maar ook op professioneel vlak kan men spreken van isolement van de nacht- en ploegenarbeider. Hij heeft moeilijker toegang tot de diensten van het bedrijf (personeelsdienst, arbeidsgeneesheer, sociale activiteiten, werknemersvertegenwoordiging). Bovendien wordt door het atypische uurrooster ook zijn loopbaanevolutie afgeremd omdat hij minder gemakkelijk toegang heeft tot beroepsopleidingen.
Winst voor economie?
De economische impact van de gezondheidscrisis is overduidelijk: in heel wat sectoren werden de activiteiten vertraagd of stopgezet tijdens min of meer langere periodes. Onze levenswijze en consumptiegewoonten zijn ook veranderd. De geraamde cijfers voor 2020 zullen zeker niet ver van de realiteit staan: volgens de Nationale Bank moeten we ons verwachten aan een enorme daling van 6,7% van het bruto nationaal product en een verlies van bijna 100.000 jobs. Deze cijfers rechtvaardigen echter niet de invoering van asociale maatregelen zoals nachtarbeid.
De bevolking is al slachtoffer van deze gezondheidscrisis. Moet ze ook het slachtoffer worden van de economische heropleving?
De bevolking is al slachtoffer van deze gezondheidscrisis. Moet ze ook het slachtoffer worden van de economische heropleving door de achteruitgang van de arbeidsvoorwaarden en levenskwaliteit? Kunnen we ons globaal gesproken baseren op een model dat het sociaal overleg fnuikt (wat met de teamgeest die door de regering wordt geprezen?) en uiteindelijk leidt tot de afschaffing van de traditionele rustdagen, nl. de zaterdag en zondag? De eventuele jobs die zullen worden gecreëerd zullen de schade die wordt aangebracht door de invoering van atypische uurroosters niet kunnen compenseren.