Print Friendly, PDF & Email

Stel, je betaalt als brave burger elk jaar jouw brandverzekering, netjes op tijd. Na 9 jaar wordt je woning getroffen door een brand. De verzekeringspapieren worden ingevuld en opgestuurd naar de verzekeraar. Maar omdat je nog geen wachttijd van 10 jaar kan aantonen wordt je dossier geweigerd. Geen terugbetaling, geen woning om naar terug te keren. Dat is wat er sinds kort gebeurt in de Vlaamse sociale bescherming, de VSB zoals we dat afgekort noemen. Nieuwkomers betalen eerst 10 jaar de volle pot (58 euro/jaar) alvorens recht te openen op een zorgbudget ter ondersteuning van een zorgnood.

Daarom trokken we op 24 januari 2022 samen met een ‘iedereen beschermd-coalitie’ van 19 middenveldorganisaties naar het Grondwettelijk Hof om dit aan te vechten.

Dat vinden wij als Vlaams ABVV behoorlijk onrechtvaardig. Daarom trokken we op 24 januari 2022 samen met een ‘iedereen beschermd-coalitie’ van 19 middenveldorganisaties naar het Grondwettelijk Hof om dit, samen met een aantal andere maatregelen, aan te vechten. Na iets meer dan een jaar is het binnenkort eindelijk tijd voor de openbare zitting waar onze advocaten zullen pleiten tegen de onrechtvaardige maatregelen uit het wijzigingsdecreet van 18 juni 2021. Nog eens een zestal maand later zal de uitspraak van het Grondwettelijk Hof volgen.

De geest van het regeerakkoord

Met een budget van om en bij de 2.9 miljard euro (jaarverslag Vlaamse sociale bescherming 2021) is de Vlaamse sociale bescherming één van de grotere budgetten binnen Welzijn. Deze pot geld wordt gevuld met de zorgpremies (58 euro of 29 euro) van meer dan 4,8 miljoen inwoners uit Vlaanderen en Brussel, aangevuld met een federale dotatie en Vlaamse overheidsmiddelen. In ruil ontvangen personen met een zorgnood hulp en ondersteuning in de vorm van zorgbudgetten (zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, zorgbudget voor ouderen met een zorgnood en het zorgbudget voor mensen met een handicap), een tussenkomst bij de huur of aankoop van mobiliteitshulpmiddelen én onrechtstreeks via zorg- en personeelsondersteuning in de residentiële voorzieningen (ouderenzorg en revalidatie).

Doorheen de jaren en door recente staatshervormingen is de Vlaamse sociale bescherming sterk uitgebreid. Het doel op lange termijn is om alle bevoegdheden op het vlak van (langdurige) zorg, hulpmiddelen en revalidatie in één geheel samen te brengen. Daarvoor werd het ‘decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming’ van 18 mei 2018 goedgekeurd. Met dat decreet werd er gekozen voor een gefaseerde inkanteling van resterende bevoegdheden die van het federale niveau overkwamen. Door de impact van corona heeft deze inkanteling wat achterstand opgelopen. Zo moeten onder andere sectoren als de geestelijke gezondheidszorg, transmurale zorg en thuiszorg nog een plekje krijgen binnen de VSB.

Met de verkiezingen van 2019 en de daaropvolgende Vlaamse regeringsvorming werd het al snel duidelijk dat binnen de Vlaams sociale bescherming een aantal politieke identitaire maatregelen ingevoerd zouden worden.

Niet alleen bevoegdheidsoverdrachten maakten dat er afgelopen legislatuur verschillende aanpassingen aan de VSB-structuur werden doorgevoerd. Met de verkiezingen van 2019 en de daaropvolgende Vlaamse regeringsvorming werd het al snel duidelijk dat binnen de Vlaams sociale bescherming een aantal politieke identitaire maatregelen ingevoerd zouden worden. Daarmee kwam er een sociaal-economische vertaling van de geest van het regeerakkoord. In de praktijk betekent dit een beperking van de toegang tot de VSB voor kwetsbare personen met een zorgnood.

Selectieve voorwaardelijkheid

Om de inkanteling van sectoren in de VSB verder te zetten en de maatregelen uit het Vlaams regeerakkoord door te voeren werd het ‘decreet tot wijziging van de regelgeving in het kader van de Vlaamse sociale bescherming’ van 18 juni 2021 ingevoerd. In een vorige blog gingen we al uitvoerig in op de wijzigingen die met dit decreet doorgevoerd worden en hoe die de basisprincipes van de VSB ondergraven. Door de invoering van de onderstaande maatregelen wordt er een sociale bescherming op twee snelheden gecreëerd:

  • Een bijkomende verblijfs- en inburgeringsvoorwaarde om toegang te krijgen tot een zorgbudget. Gedurende ten minste tien jaar waarvan gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren, in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen. Alsook voldoen aan de inburgeringsplicht.
  • Een verblijfs- en inburgeringsvoorwaarde om toegang te hebben tot een sociale correctie op de zorgpremie. Gedurende ten minste vijf opeenvolgende jaren in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wonen. Alsook voldoen aan de inburgeringsplicht.
  • Een dossiertaks moet betaald worden wanneer een verzekerde administratief beroep wil aantekenen tegen een beslissing in het kader van de Vlaamse sociale bescherming. De dossiertaks bedraagt 75 euro of 37,5 euro voor de verzekerde die recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming.
  • De criteria en berekeningswijze voor toegang tot één van de vijf categorieën binnen het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood worden volledig bepaald door de Vlaamse regering. Hierdoor ontstaat willekeur en worden beslissingen genomen in het teken van beschikbare budgetten en niet in het kader van de zorgbehoevendheid van de gebruiker.

Met de invoering van verblijfs- en inburgeringsvoorwaarden en de dossiertaks bouwt de Vlaamse Regering extra voorwaardelijkheid in binnen de Vlaamse sociale bescherming. Dit invoeren van extra  voorwaarden om toegang te krijgen tot sociale voordelen zien we niet alleen binnen de VSB opduiken. Ook binnen het domein Wonen, olv. Minister Diependaele, worden extra voorwaarden opgesteld, denk maar aan de verplichte inschrijving bij VDAB of het voldoen aan lokale binding voor toegang tot een sociale woning. Of wat te denken van de ballonnetjes over het koppelen van voorwaarden aan het recht op groeipakket. Telkens opnieuw zijn het dezelfde doelgroepen die met die extra voorwaarden geviseerd worden: nieuwkomers en mensen in kwetsbare situaties (mensen in armoede, langdurige zieken, werklozen, …).

Dit invoeren van extra  voorwaarden om toegang te krijgen tot sociale voordelen zien we niet alleen binnen de VSB opduiken.

In het VSB-verhaal schermt de Vlaamse Regering ondertussen met de financiële houdbaarheid en het verzekeringsprincipe van het systeem als argument om de extra voorwaarden te behouden. Maar dat argument is slecht onderbouwd. Op geen enkel moment kwamen er onderbouwde budgettaire cijfers. En wat het verzekeringsprincipe betreft, die ligt dachten wij vast in het betalen van een zorgpremie (58 euro of 29 euro) en niet in de verblijfsduur van een zorgbehoevende. Ideologische principes, afgesproken tijden de regeringsvorming van 2019, krijgen duidelijk voorrang op de solidaire basisprincipes inherent aan de VSB en bij uitbreiding inherent aan alle vormen van sociale bescherming.

‘Iedereen beschermd’-coalitie

In de aanloop naar de goedkeuring van het wijzigingsdecreet bestond er al veel ongenoegen in het middenveld en bij academici. open brieven, adviezen, hoorzittingen en verschillende persberichten werden opgemaakt en rondgestuurd. Desondanks zette de Vlaamse Regering door met de wijzigingen binnen de Vlaamse sociale bescherming. Op 26 juli 2021 werd het nieuwe decreet gepubliceerd in het Belgische staatsblad. Dat was het startsein voor verschillende middenveldorganisaties, waaronder het Vlaams ABVV, om de koppen bij elkaar te steken en juridische stappen te onderzoeken. Dit collectief van ondertussen 19 middenveldorganisaties werd omgedoopt tot de ‘iedereen beschermd-coalitie’.

De coalitie werkte samen met de advocaten van Progress Lawyers Network aan het verzoekschrift voor het Grondwettelijk Hof (beroep tot vernietiging van de artikelen 18, 21, 43, 45, 46 en 48 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 18 juni 2021 “tot wijziging van regelgeving in het kader van de Vlaamse sociale bescherming”). De verschillende decreetswijzigingen werden getoetst aan de Belgische Grondwet, maar evengoed aan Europese wetten en Internationale verdragen. Zo blijken verschillende maatregelen niet te voldoen aan het standstillprincipe uit artikel 23 van Grondwet (een beschermingsniveau mag niet aanzienlijk afgebouwd worden, tenzij dit gerechtvaardigd kan worden door redenen van algemeen belang). Het volledige verzoekschrift werd onder het toeziend oog van de verschillende middenveldorganisaties ingediend bij het Grondwettelijk Hof op 26 januari 2022. We zijn nu ongeveer een jaar verder in de juridische procedure en dat wil zeggen dat binnenkort de fysieke pleidooien zullen plaatsvinden. Het is daarvoor nog wachten op een voorstel van datum van het Grondwettelijk Hof. Hier komt men te weten wanneer deze pleidooien zullen plaatsvinden.

De verschillende decreetswijzigingen werden getoetst aan de Belgische Grondwet, maar evengoed aan Europese wetten en Internationale verdragen.

De periode tussen het indienen van het verzoekschrift en de uitspraak van het Grondwettelijk Hof heeft de coalitie niet stilgezeten (en zit nog steeds niet stil). Via de website en de facebookpagina worden de burgers geïnformeerd over het belang van de procedure en de laatste stand van zaken. Een crowdfunding werd op poten gezet om 50% van de kosten voor het juridische werk op te vangen, de overige 50% wordt bekostigd door het Vlaams ABVV, ACV, ACLVB, Netwerk tegen Armoede, SAAMO en Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Er werd ook een filmpje uitgewerkt dat op een eenvoudige en duidelijk manier toelicht waarover de procedure gaat. Ook de volgende maanden zullen er nog communicaties en acties vanuit de coalitie van middenveldorganisaties volgen.

Terwijl Vlaanderen haar paraplu opentrekt en kwetsbare gezinnen binnen de Vlaamse sociale bescherming aan hun lot overlaat, trekt de ‘iedereen beschermd-coalitie’ een beschermingsparaplu open. Iedereen heeft recht op toegang tot sociale rechten. Door het invoeren van deze drempels  in de vsb wordt een samenleving gecreëerd met A- en B- burgers, waarbij toegang tot sociale rechten op termijn enkel nog iets wordt voor de geprivilegieerden. Voor zo’n samenleving passen wij.

Op 20 juli 2023 deed het Grondwettelijk Hof uitspraak in deze zaak. Daarbij volgt het grotendeels de argumentatie van de coalitie. Waar het gaat over de verblijfsduurvoorwaarde die de Vlaamse regering optrok van 5 naar 10 jaar oordeelt het Hof dat dit een aanzienlijke achteruitgang is van het beschermingsniveau en daardoor ongrondwettelijk. Ook de voorwaarde die de Vlaamse regering wou invoeren om pas een sociale correctie op de zorgpremie toe te kennen na een inburgeringstraject en 5 jaar verblijf is in hetzelfde bedje ziek en dus eveneens ongrondwettelijk. Waar het gaat over de dossiertaks oordeelt het Hof dat de Vlaamse regering die mag invoeren maar moet de overlapping en dus ongelijkheid tussen verschillende groepen weggewerkt worden. Besluit? De meest discriminerende maatregelen werden door het Hof vernietigd en de dossiertaks zal herbekeken moeten worden. Uiteraard houden we de politieke opvolging van de uitspraak goed in de gaten.

 

 

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone