Print Friendly, PDF & Email

De Vlaamse arbeidsmarkt is de afgelopen jaren zeer krap geworden. Ondanks de Covid- en energiecrisis hebben er nog nooit zoveel mensen gewerkt in Vlaanderen, steeg het aantal openstaande vacatures en daalde het aantal werkzoekenden met een uitkering. Recent zien we hierin een licht negatieve trend maar de krapte op de arbeidsmarkt blijft niettemin bijzonder nijpend.

De keerzijde van die medaille is dat in de context van een krappe arbeidsmarkt werkloosheid al snel werkloosheid wordt herleid tot een individueel probleem. “Er zijn zo veel jobs, dus als je vandaag geen werk vindt dan moet het wel aan jou liggen”. Dat sluit ook aan bij een ruimere ideologische verschuiving die sociale risico’s individualiseert en werkzoekenden persoonlijk verantwoordelijk stelt voor hun situatie. Bijgevolg krijgt voornamelijk de disciplinerende kant van activering nl. ‘de stok’, aandacht.

Deze ideologische verschuiving is ook merkbaar bij centrum en linkse partijen: Waar in 2016 Wouter Beke, als toenmalige voorzitter van CD&V, nog een rode lijn trok over besparingen in de sociale zekerheid: “We moeten de werklozen beperken in de tijd, niet de uitkeringen, want dan sturen we ze naar het OCMW en de bijstand”,  pleit huidig voorzitter van CD&V Sammy Mahdi voor een beperking in de tijd van de werkloosheid na 3 jaar. En waar bij de voormalige sp.a in 2019 nog “ik ga me daar keihard tegen verzetten, die mensen hebben 35 jaar bijgedragen” klonk, is 5 jaar later de beperking geen taboe meer.  De welfare staat is out, de workfare staat wint aan belang. Werkzoekenden moeten met de harde hand richting jobs worden gestuurd door ze extra verplichtingen op te leggen en de toegang tot uitkeringen te beperken in de tijd. Zie het Vlaams regeerakkoord 2024-2029. Want enkel zo krijg je die ‘hangmathanger’ aan het werk.

De consensus is dus groot onder beleidsmakers, maar is ze ook juist?

Onder invloed van de Europese begrotingsregels, moet er in België de komende jaren serieus bespaard worden. De Europese commissie heeft ook aanbevelingen gedaan voor België. Ondanks dat er nog nooit zo weinig uitkeringsgerechtigde werkzoekenden zijn wijst de Europese commissie naar een hervorming van het stelsel van de sociale uitkeringen om werk aantrekkelijker te maken.

De consensus is dus groot onder beleidsmakers, maar is ze ook juist? In het debat rond beperking in de tijd van de werkloosheid komen, naast de besparingsretoriek, vaak 3 argumenten naar voren: het zou helpen om mensen sneller naar werk te begeleiden, het zou het draagvlak voor de sociale zekerheid versterken, en het zou werk ‘aantrekkelijker’ maken.

In deze blog bekijken we de eerste mythe. Volgende week gaan we in op de andere twee.

Beperking van de uitkering leidt tot werk, logisch toch?

In Vlaanderen zijn net iets minder dan 1 op 2 van de ingeschreven werkzoekenden al langer dan 1 jaar op zoek naar werk. Dat is veel. Vlaanderen is hiermee één van de koplopers in de OESO-landen met een enorm hoog aandeel langdurig werkzoekenden in de werkzoekendenpopulatie. Ze moet enkel Portugal, Italië, Griekenland en Slovakije laten voorgaan. De reflex is dan ook: er zijn hier meer langdurig werkzoekenden omdat de uitkeringen niet beperkt zijn in de tijd. Daaruit volgt: …dus helpt beperking van de uitkering in de tijd om mensen aan werk te helpen. Dat laatste is echter als algemene waarheid nergens gestaafd met onderzoek. Wat wel aangetoond is, zijn tal van andere effecten die zo’n al te eenvoudige gevolgtrekking eerder tegenspreken en nuanceren. We geven hieronder een overzicht.

Beperking in de tijd leidt tot armoede en psychologisch lijden, niet tot werk

Vergeet het riedeltje dat uitkeringen te ‘genereus’ en de werkloosheid daardoor een ‘aantrekkelijk’ systeem. De helft van de Belgische werkzoekenden leeft immers in armoede. Werkloosheid beperken in de tijd zal een grote impact hebben op het inkomen. Uit vorige beleidsinitiatieven, bv. de beperking in de tijd van de inschakelingsuitkering  zien we, op basis van een studie van de RVA, dat werkzoekenden door zulke maartregelen vaak naar andere bijstandstelsels vloeien waar uitkeringen nog lager liggen of uitstromen in de inactiviteit zonder uitkering. Leven in armoede, in tegenstelling tot het buikgevoel van Jan Modaal, heeft een negatieve impact heeft op de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Als je moet kiezen tussen boterhammen smeren voor je kinderen en het kopen van een treinticket voor je sollicitatie is de keuze snel gemaakt. De stress die gepaard gaat met armoede leidt bovendien tot mentale gezondheidsproblemen die eveneens de zoektocht naar werk bemoeilijkt. “De uitkering (sneller) verlagen, verhoogt alleen maar de armoede. Wij solliciteren voortdurend. Moeten wij naast de afwijzing van werkgevers, ook in armoede leven? Willen ze dat ik onder een brug slaap?”  getuigde een langdurig werkzoekende aan ABVV.

Niet  enkel zal de beperking in de tijd mensen in de armoede storten, het heeft ook negatieve effecten op het mentaal welzijn. Zwitserland voerde in 2011 een hervorming door waarbij ze de uitkering nog sneller beperkte. Deze hervorming werd uitvoerig bestudeerd naar o.a uitstroom naar werk.  De vaststelling was dat op korte termijn er een verhoogde uitstroom naar werk werd vastgesteld maar dat er voor de overgrote meerderheid geen langdurig tewerkstellingsvoordeel te vinden was. Bovendien werd ook gemeten wat het effect was van deze maatregel op het inkomen en het welzijn van de getroffen doelgroep. Ook daar zijn de effecten negatief: Ondanks de snellere uitstroom naar werk op korte termijn verhoogde het armoederisico. Omwille van de financiële stress leidde het ook tot psychologische stress en relatieproblemen met scheidingen tot gevolg. De verkorting van de maximale duur van het recht op werkloosheidsuitkering leidde tot een stijging van echtscheidingen met gemiddeld 25%.

“De uitkering (sneller) verlagen, verhoogt alleen maar de armoede. Wij solliciteren voortdurend. Moeten wij naast de afwijzing van werkgevers, ook in armoede leven? Willen ze dat ik onder een brug slaap?”  getuigde een langdurig werkzoekende aan ABVV.

Een eigen studie van RVA die de effecten onderzocht van de beperking in de tijd van de inschakelingsuitkeringen toont aan dat 1 op 2 van de getroffen doelgroep door de beperking niet doorstroomde naar werk maar wel naar het leefloon of in een niet-uitkeringsgerechtigde situatie belandde en uit de statistieken verdween. De beperking in de tijd zal bijgevolg eerder leiden tot een verschuiving van deze doelgroep naar andere uitkeringsstelsels dan naar werk. Het ABVV berekende dat indien er een beperking wordt doorgevoerd de instroom naar het leefloon maar liefst zou stijgen met 90.000 extra personen in heel België. Problematisch hierbij is dat zeker de kleine OCMW’s niet de nodige expertise of budgetten hebben om deze doelgroep naar de arbeidsmarkt te begeleiden, maar liefst 32% van de kleine OCMW’s hebben niemand exclusief in dienst om mensen met een leefloon naar werk te begeleiden.

Er zijn ontelbare studies die aantonen dat uitkeringssancties, het sneller laten dalen van de uitkeringen en/of een beperking installeren niet efficiënt is als maatregel: De kansen op werk verhogen niet, maar het armoederisico en de welzijnsproblematieken stijgen. Bovendien verdwijnt een grote groep hierdoor vaak van de radar. In plaats van drempels weg te nemen worden zo nieuwe drempels geïnstalleerd waardoor je werkzoekenden verder in plaats van dichter naar de arbeidsmarkt duwt.

Beperking in de tijd negeert discriminatie

Langdurig werkzoekenden zijn gemiddeld ouder (24%), hebben vaker een arbeidshandicap (24%), geen secundair diploma (47%) en hebben vaker een arbeidshandicap (25%) dan werkzoekenden die minder dan 1 jaar naar werk zoeken.

Talloze onderzoeken tonen aan dat discriminatie op basis van leeftijd, migratieachtergrond of werkloosheidsduur een feit is. De getuigenissen van werkzoekenden die negatieve ervaringen hebben zijn legio. Zo ook Paul, 50+ er die in ons onderzoek naar de ervaringen van langdurig werkzoekenden aangaf: “In uw gezicht zeggen de werkgevers met een glimlach: je bent te oud”.

En ook de duur van de werkloosheid heeft een enorme impact. Na twee jaar werkloosheid zijn de kansen op een baan al tot een minimum beperkt volgens een recent onderzoek van UGent@Work. Wie er dan voor gaat, wordt gezien als ongemotiveerd en ongetalenteerd. Uit onderzoek van de reactie’s van werkgevers op 67.000 fictieve sollicitaties uit 28 internationale studies, blijkt dat werkgevers sollicitanten die langer dan een jaar zonder job zitten niet graag zien komen, terwijl ze wie nog maar even werkloos is, zelfs liever aannemen dan mensen mét een job. Langdurig werkzoekenden hebben maar liefst 21% minder kans op een job. En ook in de uitstroomcijfers naar werk zie je dit effect: Het gemiddelde aantal mensen dat in de eerste helft van 2023 de arbeidsmarkt betrad vanuit de werkloosheid, was minder dan een jaar werkloos (19.467), daar tegenover staan slechts  5.087 langdurig werkzoekenden (>2jaar werkloosheid) die richting arbeidsmarkt uitstroomden.

Je kan maar je best doen en aan al je verplichtingen voldoen maar uiteindelijk beslist een werkzoekende niet of die wordt aangenomen, wél de werkgever.

Er is nochtans een enorme wil onder langdurig werkzoekenden om te werken. België is echter één van de minst inclusieve arbeidsmarkten van Europa. Als je kijkt naar de werkzaamheidsgraad van kortgeschoolden, mensen met een beperking of personen met een migratieachtergrond bengelt België achteraan het peloton.

Je kan maar je best doen en aan al je verplichtingen voldoen maar uiteindelijk beslist een werkzoekende niet of die wordt aangenomen, wél de werkgever. Werkloos zijn is geen keuze. Het beperken van de werkloosheid in de tijd zal de meest kwetsbare groepen disproportioneel treffen en dus de discriminatie van deze groepen op de arbeidsmarkt versterken.

Beperking in de tijd lost mismatch niet op

Bijna 1 op 2 van de langdurig werkzoekenden hebben geen secundair diploma. Vlaanderen kent een grote kwalitatieve mismatch: de aanwezige competenties op de arbeidsmarkt komen steeds minder overeen met wat organisaties nu of in de toekomst nodig hebben. Gecombineerd met het gegeven dat de werkloosheidsgraad enorm laag is, zit je in een situatie waarin de weinige vissen in de vijver niet altijd de vissen zijn die de bedrijven zoeken. De werkzaamheidsgraad in België van kortgeschoolden (49.2%) vertoont dan ook een enorme kloof met midden- (67.5%) en hooggeschoolden (86.6%).

In 2011 al werd onderzocht of de verscherpte controle van het zoekgedrag door middel van periodieke gesprekken, eventueel gevolgd door sancties, leidde tot snellere uitstroom. Hieruit blijkt dat de verscherpte opvolging leidt tot een snellere overgang naar werk, maar dat dit vooral geldt als er ook voldoende vacatures beschikbaar zijn. En daar knelt vandaag het schoentje: Ondanks de krapte zijn er onvoldoende vacatures voor het aantal mensen die op zoek zijn naar een job. Een deel van de werklozen zal er dus niet in slagen om een job te vinden, eenvoudigweg omdat er geen werk voorhanden is dat past bij hun profiel en vaardigheden.

Probleem is dat er voor elke vacature waar geen secundair diploma voor wordt gevraagd er maar liefst 3 kortgeschoolde werkzoekende zijn.

Hoe komt dat? Want het klinkt contradictorisch met de vaststelling van een krappe arbeidsmarkt. België telde in 2023  295.801 UVW-WZ, maar in hetzelfde jaar waren er ook 223.582 niet-vergoede werkzoekenden. Dat zijn bijna 520.000 werkzoekenden (en dan tellen we andere categorieën, zoals mensen met een ziekte- of invaliditeitsuitkering niet mee), terwijl Statbel 184.431 vacatures telde in juni 2024 (d.w.z. een verschil van 335.569 banen). Als we kijken naar Vlaanderen zien we het volgende beeld. Op Arvastat zien we dat op dit moment +62.000 openstaande vacatures zijn voor Vlaanderen terwijl er +218.000 werkzoekenden zijn. Hiervan hebben 1 op 2 een uitkering. Gaan we dieper in op de vacatures dan zien we dat bij 1 op 2 van de vacatures geen secundair diploma vereist is. Probleem is dat er voor elke vacature waar geen secundair diploma voor wordt gevraagd er maar liefst 3 kortgeschoolde werkzoekende zijn. Het beeld dat er voor iedereen een job staat te wachten, gaat dus gewoon niet op voor sommige groepen werkzoekenden.

Beperking in de tijd werkt betere jobs tegen

Een andere groep kan wel aan de slag maar zal terechtkomen in minder kwalitatieve jobs. De openstaande vacatures zijn niet steeds van kwalitatieve aard. 1 op 3 van de knelpuntberoepen worden niet ingevuld o.a omwille van de slechte arbeids- en loonvoorwaarden. Daarnaast is volgens Statbel de vacaturegraad veel hoger voor interimbanen (17,71%) dan voor vaste banen (3,98%). 50% van de ontvangen vacatures bij VDAB van het afgelopen jaar betreft interimcontracten.

Door werkzoekenden te dwingen te kiezen voor deze jobs ontneem je elke incentive voor werkgevers om te investeren in de loons- en arbeidsvoorwaarden van die jobs.

Door een beperking van de werkloosheid in te voeren zet je werkzoekenden met hun rug tegen de muur. Zij zullen geneigd zijn, omwille van tijdsdruk, sneller te kiezen voor minder kwaliteitsvolle jobs die aansluiten bij hun jobdoelwit. Op korte termijn lijkt dat te werken maar op langere termijn creëer je zo een poele aan werkzoekenden die vastzitten in slecht betaalde, onwerkbare kortdurende jobs zonder duurzaam arbeidsmarktperspectief en met een hoge kans op uitval.. Het zijn immers sectoren met meer precaire jobs zoals schoonmaak, logistiek,… die een hogere uitval naar de ziekte-uitkering kennen dan andere sectoren  Bovendien, door werkzoekenden te dwingen te kiezen voor deze jobs ontneem je elke incentive voor werkgevers om te investeren in de loons- en arbeidsvoorwaarden van die jobs. Zowel werkzoekenden en werknemers zijn daarvan de dupe. Eigenlijk worden de voordelen die een krappe arbeidsmarkt voor werknemers biedt, namelijk de druk op werkgevers om betere en beter verloonde jobs aan te bieden om nog volk te vinden, zo actief tegengewerkt.

Bovendien zijn het ook net de meest kwetsbare groepen: mensen met een migratieachtergrond, kortgeschoolden,… die oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheid, in deze precaire arbeidscontracten zitten en daardoor meer kans hebben op een loopbaan waarin ze telkens in en uit de werkloosheid stromen en daarmee moeilijker een stabiele en duurzame loopbaan kunnen uitbouwen.

Beperking in de tijd werkt upskilling en sociale promotie tegen

De beperking kan er ook toe leiden dat werkzoekenden minder toegeleid worden naar opleiding en mogelijks ook zelf minder geneigd zijn om te investeren in competentieversterking  want als de deadline van bv. 2 jaar lonkt zal je niet snel geneigd zijn deze periode op te vullen met een opleiding, terwijl er net meer inzet nodig is op competentieversterking om aan de kwalitatieve mismatch te werken.  Terwijl de RVA net concludeert dat opleiding de meest duurzame manier is om uit de werkloosheid te geraken.  Opleiding volgen nadat je werk vond kan natuurlijk ook, maar ook daar zien we dat de kwetsbare groepen waarover het hier gaat ook als werknemer maar weinig kans op opleiding krijgen, omdat werkgevers hier onvoldoende in investeren.

Conclusie?

Het bovenstaande geeft aan dat werkzoekenden geconfronteerd worden met een hele resem van structurele drempels die niet kunnen worden herleid tot individuele verantwoordelijkheid: taalbarrière, leeftijd, gebrek aan opleiding(en), handicap, discriminatie, gebrek aan gepaste jobs… Ook mobiliteitsarmoede en gezondheids- en huisvestigingsproblematieken zijn schering en inslag bij langdurig werkzoekenden.  Zo betrof het gemiddelde aandeel van werkzoekenden dat uitstroomt naar werk in het afgelopen jaar (september 2024-september 2024) bij langdurig werkzoekenden 6.5% terwijl dat bij werkzoekenden met korte duur bijna het dubbele is (11.2%).

Mensen in langdurige werkloosheid ondergaan een cocktail van drempels die hun positie reeds zeer precair maakt. De beperking in de tijd van de werkloosheid zal deze precariteit enkel versterken.

Het is niet de financiële prikkel die het probleem is, wel het gebrek aan kwalitatieve jobs en een inclusief aanwervingsbeleid. Werkloosheid is een structureel probleem, zeker bij langdurig werkzoekenden. Werkzoekenden blijven niet vrijwillig werkloos. Negatieve financiële prikkels voor iets waar je als individu geen controle op hebt schaden. Hierdoor wordt de weg naar de arbeidsmarkt bemoeilijkt, niet geëffend.

Loopbaanadvies

De ABVV loopbaanconsulenten helpen je met je vragen over opleiding, solliciteren, jobs en arbeidsmarkt. Ze kennen alle opleidings- en arbeidsmarktmaatregelen en maken je wegwijs in je loopbaankeuzes.  Iedereen kan terecht bij het ABVV voor een gratis loopbaanadviesgesprek. 

Je kan terecht bij de ABVV loopbaanconsulenten met al je vragen over

  • opleidingsrechten en -mogelijkheden
  • de begeleiding en controle bij VDAB (bij werkloosheid) of mutualiteit (bij ziekte)
  • arbeidsmarkt, jobs en vacature
  • eindeloopbaanplanning
  • digitale ondersteuning bij het werken met je VDAB-account, mypension, mysocialsecurity, …

Zij  informeren je uitgebreid. Zij ondersteunen je bij de volgende stap in je loopbaan. Ze helpen je verschillende loopbaanopties af te wegen op basis van correcte informatie.

Een gesprek kan in onze kantoren, via videochat of via een telefonisch adviesgesprek. De ABVV loopbaanconsulenten zitten verspreid in gans Vlaanderen in de lokale kantoren.

Heb je zelf een loopbaanvraag? Kijk dan op deze pagina voor een consulent in jouw buurt.

Opmerkingen over werkloosheid. Je hoort ze op straat, leest ze in de krant, ziet ze op sociale media. Ze komen van mensen die je niet kent, maar ook van vrienden en soms zelfs familie. Vaak zijn ze niet vriendelijk. Sympathiek is dat niet. Maar nog vaker gebeuren ze zonder kennis van zaken. 

Daarom maakten we dit boekje. Omdat veel van de ideeën over werkloosheid gewoon niet juist zijn. Of omdat veel mensen die commentaar niet zouden geven, als ze erover nadenken. Dit boekje is voor jou en iedereen die te maken krijgt met domme commentaar op werkloosheid. We vertellen waarom het niet juist is en wat je kan zeggen als reactie. Zo verminderen we samen de foute opmerkingen. Voor jou, maar ook voor anderen.

Caro Van der Schueren schreef dit artikel samen met Hugues Ghenne (Juridisch adviseur op de federale studiedienst ABVV over de werkloosheidsreglementering). Want samenwerken werkt!

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone