Print Friendly, PDF & Email

De overschakeling naar een meer duurzaam energiesysteem is de laatste maanden weer een hot topic. En terecht, het debat rond de kernuitstap dient absoluut beslecht te worden. Het gaat echter tegelijk over veel meer dan de keuze voor bepaalde technologieën.

Dat deze transitie een complex verhaal is, is al lang duidelijk. Een nieuw rapport biedt nu enkele interessante handvaten om te kijken waar we op moeten letten. De European University Association bracht onlangs een document uit dat een mooi overzicht geeft van de behoeften op het vlak van onderwijs, onderzoek en innovatie met betrekking tot de energietransitie.

Grondig veranderen is de boodschap

Het is bekend, problemen zoals de opwarming van de aarde en de ernstige gevolgen van luchtverontreiniging door verbranding van fossiele brandstoffen vergen een doorgedreven wijziging van het energiesysteem. Het doel is om te komen tot een betrouwbare bevoorrading van schone en betaalbare energie. Om dat doel te bereiken moet het energiesysteem grondig veranderen.

Het rapport schetst dat die uitdaging een brede waaier aan thema’s omvat. Naast energie-efficiëntie gaat het om diverse (chemische, elektrische, warmte-)technologieën voor de opwekking van hernieuwbare energie. Verder is er flink wat werk aan de (net)infrastructuur: elektriciteitsnetten moeten ‘smart grids’ worden, warmtenetten moeten worden uitgebouwd, enz. Ook systemen voor personen- en goederenvervoer komen in beeld. En van daar wordt de link gelegd naar de behoefte aan een goede ruimtelijke ordening.

Maar het gaat over veel meer dan technologie

De energietransitie is veel meer dan een technologische uitdaging. Er zijn ook heel wat economische sociale, politieke, juridische en ethische aspecten aan verbonden. Het gaat om de inbedding van technologie in de maatschappij, om energiemarkten, om gedragsverandering, enz. Het rapport overkoepelt die thema’s in een pleidooi voor een systeembenadering. Het legt verder de nadruk op het belang van een brede samenwerking tussen de vele relevante universitaire disciplines.

Niet alleen de voor de hand liggende stakeholders zoals bedrijven en overheden komen daarbij in beeld. Er wordt ook gewezen op de rol van NGO’s, groepen van burgers en opiniemakers.

Aandacht is er ook voor het feit dat er heel wat stakeholders betrokken zijn bij de energietransitie waarmee universiteiten een relatie moeten uitbouwen. Niet alleen de voor de hand liggende stakeholders zoals bedrijven en overheden komen daarbij in beeld. Er wordt ook gewezen op de rol van NGO’s, groepen van burgers en opiniemakers. Ook de noodzaak om studenten de ruimte te geven om af te komen met nieuwe ideeën en de behoefte aan levenslang leren/vaardigheden aanscherpen komen in beeld.

Een opstap naar concrete stappen

In de bijlagen zit een reeks van 24 steekkaarten die per thema inventariseren welke technische, sociale, economische en politieke kennis verspreid moet worden. Voor elk van die vier pijlers worden ook de onderzoekbehoeften opgelijst zodat universiteiten daarrond bijvoorbeeld doctoraten kunnen opzetten. Het rapport stelt dat de belangrijke energie-uitdagingen daarbij het uitgangspunt moeten zijn, in plaats van één enkel eng afgebakend onderwerp.

Ten slotte bevat elke fiche een overzicht van de vaardigheden die nodig zullen zijn op de arbeidsmarkt van de toekomst. Ter onderbouwing van dat luik werden werkgevers ondervraagd om een antwoord te krijgen op de vraag over welke vaardigheden werknemers moeten beschikken om mee de omslag van het energiesysteem waar te maken. Ze geven aan dat er bijvoorbeeld ook behoefte zijn aan energie-economen en aan specialisten in energiebeleid.

En daarom is een breed debat nodig

Deze – zeer terechte – brede kijk op de problematiek, moet universiteiten de weg wijzen om mee werk te maken van de energietransitie. Een dergelijke visie kunnen we dan ook alleen toejuichen. Want het debat over het energiesysteem van morgen gaat iedereen aan, en het is tijd dat het besef doordringt dat het over veel meer dan een keuze tussen technologieën zal moeten gaan. En bijgevolg moeten er veel meer mensen, groepen en organisaties rond de tafel gebracht worden.

Share on FacebookTweet about this on TwitterShare on LinkedInEmail this to someone